Inspectie: ook vorig jaar fouten bij hacken door politie
Voor het tweede jaar op rij heeft de politie onvolledig geregistreerd wat er precies is gedaan bij het hacken van apparaten van verdachten. Dat zegt de Inspectie Justitie en Veiligheid. Ook werd vorig jaar, net als in 2019, commerciële software gebruikt om apparaten te doorzoeken terwijl die software beheerd wordt door een commerciële partij.
De inspectie heeft de veertien zaken waarbij door de politie is gehackt onderzocht. In alle gevallen werden er fouten gemaakt bij de registratie van wat politiemedewerkers deden: zo werkte de apparatuur voor het maken van beeldschermopnames niet altijd, waardoor handelingen niet zijn vastgelegd. Ook was de verantwoording in het proces-verbaal onvolledig.
"Door deze hiaten kan de inspectie niet uitsluiten dat er onregelmatigheden hebben plaatsgevonden, zonder dat deze zijn gesignaleerd", meldt de inspectie, die overigens geen aanwijzingen heeft dat de politie iets gedaan heeft wat niet mocht.
In vier gevallen blijkt dat de politie een apparaat is binnengedrongen dat buiten de opdracht viel. In twee van die zaken zijn gegevens vastgelegd. De inspectie wijst erop dat deze gegevens mogelijk niet gebruikt kunnen worden in de betreffende strafzaak. Wel blijkt dat de apparaten gebruikt werden door de verdachten die onderzocht werden.
Commerciële software
Ook het gebruik van commerciële software om binnen te dringen in apparaten en onderzoek te doen is volgens de inspectie ongewenst. In tien van de veertien hackzaken werd van die software gebruik gemaakt.
Volgens de inspectie weet de politie niet precies hoe de computerprogramma's technisch werken, en gebruikt de software systemen die door een externe partij worden beheerd. Die partij heeft daardoor altijd controle over de systemen en de gegevens.
De inspectie vindt dat riskant, al zijn er volgens de politie geen alternatieven. De inspectie wil dat de politie nu opnieuw verbeteringen gaat doorvoeren "op alle geconstateerde afwijkingen". Ook vorig jaar werd dat advies gegeven.