Steeds meer kopstukken van de oppositie in Nicaragua opgepakt
In Nicaragua voert president Ortega de druk op de oppositie steeds verder op. Op zondag werden opnieuw vijf oppositieleiders opgepakt, waarmee het totaal aantal arrestaties sinds begin deze maand op twaalf komt.
De arrestatiegolf komt maanden voor een geplande stembusgang, op 7 november. Volgens de oppositie is niemand meer veilig en worden leden een voor een opgepakt. "Dit is geen overgang naar een dictatuur, dit is een dictatuur", zei oud-generaal en dissident Hugo Torres, kort voordat hij zelf werd aangehouden.
Volgens Torres, een voormalige bondgenoot van de president, is het regime van de 75-jarige Ortega "verstikkender" dan dat van dictator Anastasio Somoza, die eind jaren 70 werd verdreven door de socialistische partij van Ortega. Die laatste leidde het land vervolgens tot 1990. In 2007 werd hij opnieuw president, nadat drie pogingen waren mislukt, en sindsdien is hij aan de macht.
Afgelopen dagen zijn zeker vier potentiële tegenkandidaten van Ortega opgepakt. Los daarvan zitten tal van critici en tegenstanders vast in het Centraal-Amerikaanse land. Volgens de linkse oppositiepartij Unamos heeft Ortega zijn idealen verraden. Ortega's aanhangers zeggen dat met de arrestaties slechts uitvoering wordt gegeven aan de wet, die het verkiezingskandidaten verbiedt financiële steun te ontvangen uit het buitenland en informatie te verspreiden die volgens de regering vals is.
Ortega hoopt in november gekozen te worden voor een vierde ambtsperiode. Zijn populariteit is gedaald sinds 2018. In dat jaar sloeg hij protesten tegen zijn bewind hard neer, met honderden doden tot gevolg. Het Westen heeft sancties ingesteld omdat Ortega de democratie ondermijnt. Mensenrechtenorganisaties stellen dat Ortega sinds hij veertien jaar geleden aan de macht kwam alle democratische instellingen de nek heeft omgedraaid.