Steeds vaker celstraf voor jongeren, jeugdgevangenissen onder druk
Jongeren die voor de rechter moeten verschijnen, krijgen steeds vaker een celstraf opgelegd. Ook zitten ze langer vast, blijkt uit cijfers die de NOS heeft opgevraagd. Jeugdgevangenissen raken hierdoor steeds voller en zijn op sommige momenten zelfs overbezet.
Advocaten en belangenorganisaties noemen het een zorgelijke ontwikkeling: de impact van een celstraf op de ontwikkeling van jongeren is groot. Jeugdigen komen vaak slechter naar buiten dan dat ze naar binnen gingen, zegt jeugdstrafrechtjurist Maartje Berger van Defence for Children.
"Het is inderdaad geen geheim dat jongeren er zelden beter uit komen", erkent ook kinderrechter Susanne Tempel. "Ook dat is voor rechters onderdeel van de afweging. De drempel voor het opleggen van jeugddetentie is dan ook hoog." Toch is het soms de enige optie, legt Tempel uit. "We zien steeds vaker jonge verdachten van ernstige delicten."
Vaker celstraf en langer vast
Minderjarigen die door de rechter schuldig worden bevonden, krijgen inmiddels in bijna 25 procent van de gevallen een celstraf opgelegd, blijkt uit de cijfers die de NOS bij de Raad voor de Rechtspraak opvroeg. In 2015 was dat nog in slechts 13 procent van die zaken het geval.
Ook in absolute aantallen is er een duidelijke stijging van opgelegde celstraffen zichtbaar:
Daar komt bij dat de verblijfsduur in de jeugdgevangenis toeneemt, blijkt uit cijfers die de NOS bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) opvroeg. Waar deze jongeren in 2018 gemiddeld nog 50 dagen in de gevangenis doorbrachten, waren dat in 2020 gemiddeld 86 dagen.
Dit, in combinatie met de grote instroom van jongeren, leidt tot toenemende zorgen bij de Inspectie Justitie en Veiligheid. "Het zorgt voor een enorme plaatsingsdruk op de capaciteit van de jeugdinstellingen", stelt de toezichthouder. "Hierdoor zien we problemen wanneer er piekbelasting is, bijvoorbeeld als er op een dag een groep jongeren geplaatst moet worden."
Ook leggen jongeren contacten met andere criminelen en leren ze van elkaar in de gevangenis:
Volgens de inspectie lopen de instellingen op zulke momenten tegen de grens van hun capaciteit aan. "Als gevolg hiervan kunnen jongeren niet doorstromen naar de specialistische afdelingen of naar langverblijf-afdelingen. Jongeren komen hierdoor niet op de best passende plek terecht, met gevolgen voor de interne veiligheid en die van het personeel."
Sterke overbezetting
Volgens de inspectie ligt de gemiddelde bezettingsgraad van jeugdinstellingen met 90 procent structureel te hoog. Ook zijn er momenten van piekbezetting, die ertoe kunnen leiden dat er bij afdelingen sprake is van een overbezetting tot ruim 150 procent. Eind 2019 leidde overbezetting zelfs tot tijdelijke plaatsing van jongeren in PI Ter Peel, terwijl het personeel van die volwassenengevangenis daar onvoldoende op was voorbereid.
Onlangs nog werden twee grote jeugdgevangenissen gesloten. Sinds de zomer van 2019 zet de DJI in op meer kleine jeugdinstellingen. Ook hier maakt de inspectie zich zorgen over: "Er is op dit moment met de zwaardere doelgroep juist behoefte aan plaatsen met hoger beveiligingsniveau."
Moeilijke afweging
Kinderrechter Tempel benadrukt dat het al dan niet opleggen van een celstraf aan minderjarigen altijd een moeilijke afweging is. "Het is het laatste dat je wilt doen. Je plaatst veel jongeren die niet goed functioneren bij elkaar en de invloed die dit op zo'n kind heeft, is niet goed."
Maar bij sommige zaken is het een laatste middel, zegt Tempel. "Een goede ontwikkeling voor jongeren is belangrijk, maar aan de andere kant is er bij dit soort veroordelingen echt iets aan de hand. Het gaat hierbij om zaken als doodslag of poging daartoe en dan zit er helaas niets anders op."
De laatste jaren neemt de jeugdcriminaliteit in brede zin af, maar het aantal ernstige delicten neemt juist toe, meldde het CBS eind mei.
Advocaat gevangenisrecht Hettie Creemers herkent dit. "Je moet zo lang mogelijk het pedagogisch belang voorop zetten, maar met echt ernstige feiten gaat dat ervanaf." De toename van celstraffen verbaast Creemers dan ook niet. "Er komen steeds zwaardere zaken voor de rechter, ook doordat kleinere zaken buiten de rechtbank worden afgehandeld."
Toch moet er zorgvuldig naar deze ontwikkeling gekeken worden, stelt kinderrechtenjurist Maartje Berger, omdat het voor kinderen belangrijk is dat ze zich kunnen ontplooien in een veilige omgeving. "Opsluiten is dus ook per definitie slecht voor hun ontwikkeling. Het leven gaat voor deze jongeren op pauze: ze kunnen niet meer normaal naar school en sociale contacten worden sterk ingeperkt."
Daar komt volgens Berger bij dat jeugddetentie echt een kortetermijnoplossing is: "Het zorgt voor een tijdelijke veilige situatie zolang de jongere tussen vier muren zit, maar daarna komt die weer naar buiten met een grote achterstand en is de kans op recidive groot." Volgens cijfers van het WODC gaat een derde van de veroordeelden binnen een jaar weer in de fout.