Verenigd Koninkrijk vanaf dinsdag zeerhoogrisicogebied
Het ministerie van VWS heeft het Verenigd Koninkrijk (VK) als zeerhoogrisicogebied aangewezen. "Dit vanwege de zorgwekkende deltavariant van het coronavirus die daar rondgaat", zegt het ministerie. Bangladesh, Pakistan, Myanmar en Nepal zijn om dezelfde reden als zeerhoogrisicogebied aangewezen.
Vanaf dinsdag 00.01 uur geldt een quarantaineplicht en niet langer een quarantaineadvies voor reizigers die vanuit deze landen naar Nederland reizen. Zij moeten over een juist en volledig ingevulde quarantaineverklaring beschikken. Reizigers die de quarantaineplicht niet naleven, kunnen een geldboete krijgen van 339 euro. Wie niet over een quarantaineverklaring beschikt, kan een boete van 95 euro krijgen.
Reizigers die per schip of per vliegtuig vanuit deze landen naar Nederland reizen, moeten een negatieve PCR-test van maximaal 72 uur oud laten zien en een negatieve sneltest van maximaal 24 uur oud. Voor trein- en busreizigers of mensen die per auto reizen, geldt dat ze een verplichte negatieve PCR-test laten zien en verplicht in quarantaine gaan.
Vrachtwagenchauffeurs en andere personen werkzaam in het goederentransport, zijn uitgezonderd van de quarantaineplicht, de PCR-test en de sneltest.
Reden tot waakzaamheid
Het Verenigd Koninkrijk telde vandaag 8125 nieuwe besmettingen, het hoogste aantal sinds eind februari. In 90 procent van de gevallen gaat het om de deltavariant. Premier Johnson maakt maandag bekend of de versoepeling van de lockdown die op 21 juni gepland staat, door kan gaan.
In Nederland waren tot maandag dertien besmettingen met de deltavariant (voorheen Indiase variant) geconstateerd. Dat is niet veel maar er is wel genoeg reden om waakzaam te zijn, zei Jaap van Dissel van het RIVM. De deltavariant is namelijk 40 tot 50 procent besmettelijker dan de alpha-variant (voorheen Britse variant).
Of die hogere besmettelijkheid ook in Nederland geldt, was maandag nog niet helemaal duidelijk. De afgelopen weken was het aantal besmettingen met de delta-variant in Nederland stabiel laag: tussen de 0,1 en 0,3 procent van het aantal besmettingen dat werd onderzocht. In Denemarken en Duitsland was de situatie vergelijkbaar met Nederland.