Herman Ram neemt na 15 jaar afscheid als voorzitter van de Nederlandse Dopingautoriteit.
NOS Sport

Dopingjager Ram neemt afscheid: 'Interessantste zaken niet in publiciteit'

  • Arthur Huizinga

  • Arthur Huizinga

Vijftien jaar lang was Herman Ram het gezicht van de Nederlandse Dopingautoriteit. Op 1 september gaat de dopingjager met pensioen.

We maken de balans op van zijn periode als voorzitter en nemen de belangrijkste uitdagingen door voor zijn opvolger Vincent Egbers. "Een aantal van de meest interessante en relevante dingen zijn nooit in de publiciteit gekomen en zullen ook niet in de publiciteit komen."

'We hebben verschil kunnen maken in het wielrennen'

Tientallen, misschien wel honderden dopingzaken - groot en klein - heeft Ram onder ogen gekregen. Twee affaires springen qua omvang en impact boven alles uit: de dopingzaken in de wielerwereld en de Russische dopingzaak, waarbij er sprake bleek van een door de staat gestuurd dopingnetwerk.

Lance Armstrong in 2009 in de Tour de France

"De hele Armstrong-zaak heeft een heel grote invloed gehad en veel aandacht gevraagd", bevestigt Ram. "Het heeft onze organisatie sterker gemaakt in die zin dat duidelijk is geworden dat er een dopingprobleem op het allerhoogste niveau kan bestaan en jarenlang onontdekt kan blijven. Na de Armstrong-affaire is de Nederlandse wielerunie heel actief controles gaan inkopen en werd de voorlichting verbeterd. Ook is er meer aandacht gekomen voor recherchewerk. Toen hebben we echt het verschil kunnen maken."

Op weg naar de eindzege in de Tour de France van 2007 werd Michael Rasmussen door de leiding van de Rabobank uit de koers gehaald, nadat gebleken was dat hij gelogen had over zijn verblijfplaats in aanloop naar de Tour. Vervolgens was het aan de antidopingautoriteiten om te achterhalen wat er echt gebeurd was. "De zaak-Rasmussen was een heel mooi voorbeeld van internationale samenwerking, met name met de Denen. Dat leidde uiteindelijk tot een bekentenis en een schikking."

Oud-wielrenner Michael Rasmussen bekent in 2013 dat hij tussen 1998 en 2010 doping gebruikt heeft.

Later werd Rasmussen een kroongetuige in de zaak tegen Geert Leinders, de voormalige ploegarts van de Rabobank-ploeg. De Nederlandse, Deense en Amerikaanse dopingautoriteit leverden gezamenlijk het bewijs.

"Die periode herinner ik me vooral omdat we elkaar als antidopinginstanties toen heel goed konden vinden. En dat heeft de zaken daarna heel erg vergemakkelijkt. Iedereen heeft tegenwoordig elkaars telefoonnummer."

In de buurt blijven

"Hoewel we er best vermoeid uitkwamen, kijken we daar met veel tevredenheid op terug. We zijn tientallen mensen gaan interviewen en uiteindelijk zijn ook een aantal mensen naar buiten gekomen; opbiechten heet dat dan. Daardoor hebben we heel veel informatie en inzicht gekregen in wat er vroeger gebeurd was."

"Dat heeft in de wielerwereld ook heel veel verschil gemaakt. Zeker in Nederland, maar ook internationaal. Zoals het er nu naar uitziet is dat ook een blijvend verschil. Zolang we maar in de buurt blijven, tenminste."

Russische dopingzaak

In het wielrennen ziet Ram een positieve ontwikkeling, maar de Russische dopingaffaire blijft een open wond. "Rusland is natuurlijk een andere kwestie. Achteraf kijk je natuurlijk naar iets wat door de internationale sport voor een heel groot deel genegeerd is en wat niet geleid heeft tot een oplossing voor dit soort statelijke corruptie. Als ik daarop terugkijk, dan kan ik niet tevreden zijn."

Bij verschillende Olympische Spelen was er sprake van dopinggebruik door Russische sporters

"Het heeft ook blootgelegd waar de grenzen lopen in de antidopingwereld", vervolgt Ram. "Wat je kunt bereiken, maar vooral ook wat je niet kunt als de sportwereld niet meewerkt. De atletiekfederatie heeft het tot op de dag van vandaag heel strak opgepakt. Maar er zijn natuurlijk heel veel internationale sportfederaties die, nou ja, eigenlijk vooral hoopten dat het snel over was. Die zijn doorgegaan met Rusland overal bij te betrekken. Tenzij het echt heel, heel erg strikt verboden was."

En toen kwamen Joelija en Vitali Stepanov onverwacht de zaal binnenlopen. En hoe gek dat ook klinkt, dat was echt een heel emotioneel moment.

Herman Ram over de Russische dopingzaak

"Wat me het meest bij is gebleven? In het begin heb ik veel contact gehad met mijn Russische collega. Het was een onzekere tijd, met name toen de eerste klokkenluiders naar buiten kwamen. Dan denk ik vooral aan het echtpaar Stepanov, dat met gevaar voor eigen leven gevlucht is naar Amerika. Zij was middellangeafstandsloopster en hij was dopingcontroleur. Samen zijn zij eigenlijk de start geweest van de hele ontrafeling van de Russische zaak."

Joelija Stepanova, hier bij de EK in 2016 in Amsterdam, werd kroongetuige in de Russische dopingzaak.

"Niemand wist op dat moment hoe groot de gevaren waren voor hen en voor anderen die niet zo bekend geworden zijn. Ik kan me goed herinneren dat we een internationale bijeenkomst in Amerika hadden. We hadden al best vaak teleconferenties gehad maar niemand wist hoe het echt met ze ging. En toen kwamen Joelija Stepanova en Vitali Stepanov onverwacht de zaal binnenlopen. Hoe gek dat ook klinkt, dat was echt een heel emotioneel moment. Dat maakte heel veel indruk."

Wat hebben de controleurs gemist in coronaperiode?

Ram gaat nog door tot 1 september. In die periode zal hij zijn opvolger, generaal-majoor Vincent Egbers van zoveel mogelijk informatie voorzien. Welke uitdagingen kan zijn opvolger verwachten in de komende jaren? "Dat zijn er nogal wat. Maar die zijn er altijd, hoor."

Zo verwacht Ram dat het moeilijker wordt om een eigen stempel te drukken op de nationale dopingaanpak. "Ik voorzie dat het wereldantidopingagentschap (WADA) steeds strakker probeert om de mondiale regels overal op exact dezelfde manier toegepast te krijgen. Dat betekent dat de beslisruimte om zaken af te handelen - weliswaar binnen de regels, maar toch rekening houdend met de context en de Nederlandse cultuur - steeds minder wordt."

Vincent Egbers is de opvolger van Herman Ram als voorzitter van de Nederlandse Dopingsautoriteit.

"En dan zijn er nog de gevolgen van de coronaperiode", vervolgt Ram. "We hebben anderhalf jaar niet kunnen controleren, zoals we dat zouden willen. We hebben op dit moment geen aanwijzingen dat het een periode van heel veel misbruik is geweest, maar dat is niet gebaseerd op keiharde gegevens."

Uitdaging

"Natuurlijk zijn we blijven controleren, maar uiteindelijk hebben we zo'n veertig procent niet kunnen doen. En de rest was vaak ontzettend lastig. Mondiaal zijn die cijfers vaak nog slechter. Wat mis je als je nog maar de helft van de controles kunt doen? Dat wordt nog een flinke uitdaging."

Egbers, de opvolger van Ram, is momenteel onder meer werkzaam voor het instituut Defensie Leergangen als decaan bij de Top Defensie Vorming. In het verleden was hij onder meer plaatsvervangend commandant bij de Koninklijke Marechaussee.

De nieuwe voorzitter wordt benoemd door de minister voor Medische Zorg en Sport, op voordracht van sportkoepel NOC*NSF.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl