Sprinter Martina lacht niet als het regent: 'Als de zon schijnt, komen de tijden vanzelf'

Churandy Martina wacht met smart op zomerse temperaturen. De 36-jarige Antilliaanse sprinter is in voorbereiding op de Olympische Spelen in Tokio, maar het koude en natte weer in Nederland zit hem flink in de weg. "Ik hoop dat het op 6 juni 25 graden is", blikt hij vooruit naar de FBK Games op die dag in Hengelo. Daar is hij nog altijd een van de blikvangers van het hoogwaardige deelnemersveld.

Martina heeft gevoelige spieren, die hem in het verleden al vaker parten speelden. De goedlachse atleet is een liefhebber van de zon. Hoe warmer, hoe beter voor Martina. De Nederlandse recordhouder op de 100 en 200 meter (9,91-19,81) hoopt in juli in Tokio zijn vijfde Spelen af te werken. En hij is niet van plan in Japan als bladvulling te dienen. "Ik ga voor de finale, voor een medaille. Niet om de eerste ronde te lopen."

Als eerste in Nederland onder de 10 seconden

Martina zit in de nadagen van een prachtige carrière. Op 6 juni staat hij voor de veertiende keer aan de start bij de FBK Games. Het evenement in Hengelo viert de veertigste verjaardag. Martina, die zijn eerste grote titeltoernooi in 2003 liep bij de WK in Parijs, heeft er mooie herinneringen aan. Hij liep er als eerste atleet een 100 meter in Nederland onder de tien seconden. In 2009 kwam hij in Hengelo uit op 9,97 seconden.

"Ik heb in Hengelo van alles meegemaakt. Hitte, regen, storm, het dak dat er bijna afvloog, enorm veel paraplu's op de tribune", grinnikt Martina tijdens een mediasessie op afstand. "Het is een hele leuke wedstrijd. Ik ben ook blij dat er nu publiek bij is. Bij mijn eerste grote kampioenschap in 2003 zaten er 40.000 tot 50.000 mensen op de tribune. Vorig jaar ineens niemand meer vanwege corona. Dat is niet leuk"', zegt de publiekslieveling van de Nederlandse atletiek.

Martina, die in Athene (2004) voor het eerst aan de Olympische Spelen deelnam, richt zich met het oog op de Spelen in Tokio volledig op de estafette en de 200 meter. De 100 meter individueel heeft hij uit zijn hoofd gezet. "Dat zou te veel worden", zegt de sprinter, die in 2016 nog in de olympische finale van de 200 meter stond. Hij finishte daar als vijfde.

Limiet

De limiet voor Tokio (20,24 seconden) heeft de Antilliaan nog niet gelopen, maar gezien zijn klassering op de wereldranglijst is deelname in Tokio wel zo goed als zeker. Een positie bij de top-42 is daarvoor vereist. "Maar ik wil de limiet lopen. Dat geeft een prettig gevoel."

Voorlopig maakt Martina zich drukker om de weersomstandigheden. "Voor sprinters is het in de kou oppassen. Je moet geen blessures oplopen. Ik heb een paar mooie wedstrijden nodig. In de zon. Fysiek gaat het nu goed. Als de zon schijnt, komen de tijden vanzelf."