Eerste doden van nieuw klimseizoen op Mount Everest
Een 41-jarige Zwitser en een 55-jarige Amerikaan zijn door uitputting omgekomen op de Mount Everest. Het zijn de eerste klimmers die zijn omgekomen in twee jaar tijd, nadat Nepal het klimseizoen vorig jaar had geschrapt vanwege de coronapandemie.
De Zwitser werd onwel tijdens de afdaling, nadat hij de top had bereikt. De Amerikaan had het halen van de top al opgegeven omdat hij de kracht niet meer had nog een kilometer te klimmen. Extra zuurstof en medische hulp van reddingswerkers mochten voor beiden niet meer baten.
Elk jaar proberen ongeveer 500 bergbeklimmers de top te bereiken, via de zuidelijke route in Nepal of vanuit China in het noorden. Sinds Edmund Hillary met Tenzing Norgay in 1953 voor het eerst de top haalde, is dat ruim 6000 klimmers gelukt. Zeker 311 personen overleefden de klim niet.
Vorig jaar was het eerste jaar sinds 1977 dat er niemand omkwam op de berg. Dat kwam doordat Nepal alle beklimmingen schrapte vanwege de pandemie. Om die achterstand in te halen, heeft het land een recordaantal van 408 vergunningen uitgegeven voor het huidige seizoen, dat nog loopt tot eind deze maand.
Zuurstoftanks ingezameld
Nepal vraagt klimmers hun zuurstoftanks niet achter te laten op de berg, maar mee terug te nemen naar het basiskamp. Met ruim 4200 doden kampt het land momenteel net als buurland India met een enorme piek aan coronagevallen en het materiaal kan goed worden gebruikt in ziekenhuizen.
Ook op Mount Everest zelf kreeg men te maken met covid: hoewel klimmers een negatieve coronaverklaring moeten laten zien voor hun reis, zijn er al meerdere klimmers uit het basiskamp geëvacueerd nadat ze klachten hadden gekregen. China kondigde daarom zelfs plannen aan om de grens boven op de piek te demarqueren om er zeker van te zijn dat klimmers uit beide landen voldoende afstand houden.