NOS Sport

Op de mat ontpopt judoka Van Dijke zich als tijger die vecht voor goud

Dat het leven om meer draait dan topsport, hoef je judoka Sanne van Dijke niet te vertellen. Maar ze is bezig met een missie: een gouden missie.

Want de tweevoudig Europees kampioene wil bij de Olympische Spelen in Tokio de hoogste trede van het ereschavot betreden in de klasse tot 70 kilogram. De categorie ook van Edith Bosch - voormalig wereld- en Europees kampioene en winnares van drie olympische medailles - en Kim Polling met wie van Dijke een verbeten strijd om het olympische ticket uitvocht.

Van Dijke zit niet op judo om vrienden te maken, vertelt ze in de NOS Olympische Podcast. "Mijn oude trainer zei altijd: van een poes kun je geen tijger maken. In Nederland zijn we wel soft aan het worden. Je ziet steeds meer dat kinderen gepamperd worden. Door hoe noem je dat ook al weer? Curlingouders. Die alle problemen uit de weg ruimen. Dat is fijn voor de maatschappij, maar niet goed voor de topsport."

Veel geleerd

"Als topsporter moet je hard zijn, moet je gaan en moet je tegen een stootje kunnen. Dat je met iemand echt een partijtje doet. Dan is een opmerking als 'oh, leuke nagellak' niet relevant. Dan geef ik liever een trap tegen de schenen, zodat ze een beetje boos worden en ik er wat aan heb. Beter zo, dan dat we elkaar vier minuten staan te complimenteren."

Van Dijke keek die kunst af van Bosch. "Edith is in mijn jeugdjaren natuurlijk een voorbeeld geweest. Ze was mijn idool. Maar als je dan zelf tegenover haar staat, denk je wel even: zo!"

"Dat heb ik toen wel als een shock ervaren. Als ik er nu naar kijk, denk ik: zij deed precies wat ze moest doen om als topsporter de top te halen. En daarom heeft zij het ook gehaald. En heb ik veel geleerd."

Die mindset staat in groot contrast met de Sanne van Dijke zoals ze thuis is, in Heeswijk-Dinther. Daar is ze veel minder de tijger zoals ze die op de mat laat zien. Daar probeert ze het verdriet om haar overleden broer Steven te verwerken. Zo goed en zo kwaad als dat soms ook gaat.

"Ik ben begonnen met judo doordat hij judode. Ik kon niet alleen thuis blijven toen ik één jaar was, dus ik zat vanaf jongs af aan op de tribune bij zijn wedstrijden. Op een gegeven moment is hij gestopt. Hij is altijd mijn grootste fan geweest. Toen ik me vorige maand definitief voor Tokio plaatste, heb ik wel even omhoog gekeken. Zo van: we hebben het geflikt."

Jeroen Stekelenburg (l) in gesprek met Sanne van Dijke

Maar bij deelnemen alleen moet het in Tokio niet blijven. Hoe ze straks in Japan die gouden medaille wil bereiken, is ook wel duidelijk.

"Excelleren is het plan. Maar als je naar het olympisch judotoernooi kijkt, presteert 90 procent op die dag eigenlijk onder zijn kunnen. Dus als je je ding doet, kunnen er al heel gekke dingen gebeuren. Je wilt vooral niet underperformen. Ik heb van iedereen in de top-18 gewonnen. Dus waarom zou ik niet kunnen winnen?"

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl