Politie onderzoekt plotselinge dood van medewerker undercover-eenheid
De politie onderzoekt de dood van een medewerker die tijdens een undercover-operatie plotseling om het leven is gekomen. Volgens De Telegraaf en het AD heeft de man zichzelf gedood en houdt dat verband met zijn werk, maar dat bevestigt de politie niet.
De man werkte bij het team Werken onder dekmantel, dat onderdeel is van de afdeling Afgeschermde Operaties die weer valt onder de Landelijke Eenheid. Dat werk gebeurt voor een groot deel in het geheim. De identiteit van de man wordt dan ook niet bekendgemaakt, "vanwege de heimelijke aard van het werk en de samenhangende risico's".
Volgens Jan Struijs van de Nederlandse Politiebond NPB was de overleden politieman heel goed in zijn werk en heeft hij zeer belangrijke resultaten gehaald. Maar volgens Struijs heeft de man ook meerdere malen aangegeven zich niet meer veilig te voelen in zijn organisatie. "Het is een groot verlies van een groot politieman. Het is enorm hard aangekomen bij alle politiemensen die hem kenden en met wie hij heeft gewerkt."
Niet alleen de dood van de politie-infiltrant wordt onderzocht, ook de dienst Afgeschermde Operaties komt onder een vergrootglas te liggen. De focus ligt daarbij op de werkwijzen en de richtlijnen van de dienst en of die wel goed worden nageleefd.
Bekend met de signalen
In reactie op mediaberichten dat de dood van de politieman te maken heeft met misstanden binnen de afdeling Afgeschermde Operaties zegt politiechef Jannine van den Berg dat ze bekend is met die signalen.
Volgens het AD woedt er een vertrouwenscrisis in het geheime team. Er heerst groot wantrouwen tegen de leiding en er is sprake van manipulatie en een afrekencultuur, zeggen undercoveragenten tegen de krant.
Van den Berg zegt dat er in concrete gevallen van een misstand in het verleden is ingegrepen, "keer op keer". Ze voegt eraan toe dat de Inspectie van het ministerie van Justitie en Veiligheid nu breder onderzoek gaat doen naar mogelijke problemen op de afdeling.
Struijs van de NPB zegt dat politiemensen binnen heimelijke operaties al jaren klagen over een onveilige werkomgeving, te hoge werkdruk en professionele verwaarlozing. De politiebonden hebben hier volgens hem meerdere malen aandacht voor gevraagd bij de politietop en de minister. De inspectie kondigde een jaar geleden al een onderzoek naar deze veiligheidsrisico's.
Misstanden bij informatie-afdeling
De Landelijke Eenheid van de politie, waar het geheime Werken onder dekmantel-team onder valt, ligt al een tijd onder vuur. In januari kwam de Inspectie met een vernietigend rapport over de Dienst Landelijke Informatieorganisatie.
"Door de ongestuurde aanpak ontstonden spanningen met nationale en internationale partners en operationele risico's", staat in dat rapport. Het vertrouwen in het buitenland in de Nederlandse politie is daardoor afgenomen.
De politie zegt nu dat recent onderzoek heeft laten zien dat er meer aandacht nodig is voor een veilige werkomgeving, de toegenomen werkdruk en de wijze waarop het werk wordt gefaciliteerd.
Vanochtend meldde het radioprogramma Argos dat de inmiddels vertrokken chef van de Dienst Landelijke Informatieorganisatie bij verre dienstreizen vaak onnodig businessclass vloog. Uit documenten die Argos had opgevraagd met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bleek dat de politiechef in ruim 2,5 jaar tijd 35 keer naar het buitenland vloog. Daarbij had hij vaak duurdere businessclasstickets, terwijl economy de norm is.