Negentien doelpuntenmakers en meer: de fraaie cijfers achter Ajax' dominantie
Ajax heeft de 35ste landstitel voor het grijpen. Als de Amsterdammers vanavond de inhaalwedstrijd tegen FC Utrecht winnen, kunnen ze zondag bij winst in de thuiswedstrijd tegen AZ het kampioenschap binnenslepen.
De titel is - logischerwijs - voor de club die de meeste punten behaalt en meestal ook de meeste doelpunten maakt. Ajax voldoet aan die voorwaarden, maar er zijn meer cijfers die het succes van trainer Erik ten Hag en zijn ploeg kunnen verklaren, berekende Opta Sports.
Zo maakt vrijwel iedereen in een Ajax-shirt dit seizoen wel een doelpunt en hebben de Amsterdammers veruit de meeste balcontacten in het vijandelijke strafschopgebied. We doen een greep uit de cijfers, variërend van 2 tot en met 1230.
2: het aantal nederlagen
Ajax leed dit eredivisieseizoen pas twee nederlagen. Op Dierendag (4 oktober) verloren de Amsterdammers met 1-0 bij FC Groningen door een goal van basisdebutant Remco Balk. En op Sinterklaasavond (5 december) was FC Twente met 2-1 te sterk in de Johan Cruijff Arena dankzij twee goals van oud-Ajacied Queensy Menig.
De laatste keer dat een club twee keer verloor in een seizoen, was PSV in 2016/2017. Genoeg voor de titel was dat niet: de Eindhovenaren werden dankzij tien gelijke spelen derde achter Feyenoord en Ajax.
Ajax speelde tot dusver zeven eredivisieseizoenen waarin het twee keer of minder verloor. In het glorieuze seizoen 1994/1995 bleef de ploeg van toenmalig trainer Louis van Gaal zelfs helemaal ongeslagen.
8,2: passes van de tegenstander voordat Ajax ingrijpt
Voor het seizoen werd er vol verwachting uitgekeken naar PSV, dat onder leiding van de nieuwe trainer Roger Schmidt het veelbesproken Vollgassfussball zou gaan spelen. Maar volgens de cijfers is het vooral Ajax dat dit seizoen agressief druk zet.
Ajax veroverde al 330 keer de bal binnen 40 meter van het doel van de tegenstander. De Amsterdammers komen met deze speelwijze tot een PDDA van 8,2. Een wat? PDDA staat voor Passes Per Defensive Action, oftewel het aantal passes dat de tegenstander gemiddeld onderneemt voordat er een vijandelijke ingreep volgt.
Het cijfer van 8,2 is het laagste van alle eredivisieploegen. Vitesse volgt als tweede met 9,5. De tegenstanders van PSV spelen de bal gemiddeld 10,5 keer over voordat de mannen van Schmidt ingrijpen.
1.230: balcontacten in het vijandelijke strafschopgebied
De dominantie van Ajax blijkt uit nog meer cijfers. Zo noteerde de ploeg dit seizoen al 1.230 balcontacten in het strafschopgebied van de tegenstander. Dat zijn er 354 meer dan nummer twee PSV en 368 meer dan AZ.
Ook presteert Ajax veruit het beste op het gebied van de zogeheten Expected Goals. Dat is het aantal doelpunten dat je logischerwijs kunt verwachten op basis van de kwaliteit van de schietkansen. Het cijfer is gebaseerd op een grote database van Opta Sports.
Volgens die berekening staat Ajax op 83,6 Expected Goals, in werkelijkheid maakte de ploeg 86 goals. Wat betekent dat de Amsterdammers behoorlijk met scherp schieten. PSV is nummer twee met 63,6 verwachte en 64 echte doelpunten.
Opvallend: het doeltreffende AZ scoorde 66 keer met een Expected Goals-getal van 57,4. En FC Utrecht moet aan de afronding gaan werken met 45 goals en 60,9 Expected Goals.
19: het aantal scorende spelers
Met 86 doelpunten - inclusief de 13 uit tegen VVV - maakte Ajax 20 goals meer dan AZ, de op één na productiefste club van dit seizoen. Het doelpuntenrecord in één seizoen zal dit Ajax waarschijnlijk niet meer kunnen verbeteren: dat staat met 122 goals op naam van het Ajax uit 1966/1967.
Opvallend is dat de doelpunten van Ajax zijn gemaakt door liefst 19 verschillende spelers. Van de spelers die in actie zijn gekomen, hebben alleen Noussair Mazraoui, Jurriën Timber, Sean Klaiber, Oussama Idrissi en de drie keepers nog geen doel getroffen.
Topscorer van Ajax is Dusan Tadic met tot nu toe 14 doelpunten. De aanvoerder heeft dit eredivisieseizoen ook al dertien assists afgeleverd. En om de verscheidenheid aan te geven: Sébastien Haller is de enige Ajacied die twee keer is bediend door Tadic. De andere elf assists waren voor elf verschillende andere spelers.
14: de voorsprong op de naaste achtervolgers
Hoeveel beter Ajax dit seizoen is dan de rest, blijkt ook uit de ruime voorsprong. De concurrentie kon Ajax nog redelijk lang bijbenen, maar als de Amsterdammers vanavond thuis van FC Utrecht winnen, loopt de voorsprong op de nummer twee op tot 14 punten. Een getal dat de harten in Amsterdam altijd harder laat kloppen.
Drie keer eerder had een club na 29 speelrondes minstens zo'n grote voorsprong. In het seizoen 2004/2005 stond PSV 14 punten voor op Ajax, in 1998/1999 had Feyenoord een voorsprong van 16 punten op naaste belager Vitesse en een seizoen eerder stond koploper Ajax liefst 18 punten los van achtervolger PSV.