Extremistisch geweld in Mozambique gevoed door westerse gaswinning in de regio
Het extreem gewelddadige jihadisme in het noordoosten van Mozambique heeft te maken met de activiteiten van westerse bedrijven in de regio, waaronder ook Nederlandse. Gaswinning speelt een grote rol in de regio.
De werelden van de jihadisten en deze gasbedrijven botsten in de afgelopen dagen duidelijk, nadat strijders van een Mozambikaanse islamitische groepering de havenstad Palma hadden ingenomen. Tientallen mensen werden vermoord, onder wie Zuid-Afrikaanse en Britse expats die werkzaam waren voor het Franse gasbedrijf Total. Duizenden Mozambikanen en expats sloegen op de vlucht.
In Palma ligt het hoofdkwartier van de gaswinning van Total. Het Nederlandse baggerbedrijf Van Oord verleent hand- en spandiensten bij de aanleg van de pijpleidingen en het Nederlandse ministerie van Financiën overweegt om hier een kredietverzekering ter waarde van 600 miljoen euro voor af te sluiten.
Van Oord verklaarde deze week zijn vier schepen naar de zuidelijker gelegen stad Pemba te hebben verplaatst. Een woordvoerder noemde de situatie eerder tegenover NRC schrijnend, maar terugtrekking uit het gasproject is volgens hem prematuur.
Jihadistische opstand
Het geweld in het noordoosten van Mozambique begon in 2017, zeven jaar nadat voor de kust een van de grootste gasbellen ter wereld was gevonden. De investeringen in de gasindustrie stegen explosief, maar de lokale bevolking bleef achter.
De jihadistische opstand begon uit ongenoegen van de lokale bevolking over de verwaarlozing van Cabo Delgado, een provincie waar vooral moslims wonen. Mozambique is overwegend christelijk.
Maar het geweld is zich de afgelopen maanden steeds meer gaan keren tegen de burgerbevolking. Meer dan 2500 Mozambikanen kwamen om het leven bij massale onthoofdingen en bij gevechten tussen de jihadisten en het regeringsleger.
Correspondent Bram Vermeulen bezocht de regio en ging in gesprek met vluchtelingen:
Veel Mozambikanen vermoeden een verband tussen de jihadisten en georganiseerde misdaadsyndicaten die Cabo Delgado al jaren gebruiken als doorvoerhaven van drugs uit Afghanistan, die in Noord-Mozambique aan wal wordt gebracht. Dat verklaart onder meer waarom de jihadisten de bewoners van de dorpen massaal op de vlucht jagen en regeringstroepen tegenhouden.
Het Mozambikaanse leger blijkt vaak onmachtig tegen de guerrilla-tactieken van de jihadisten, die in 2018 trouw zwoeren aan Islamitische Staat. Soldaten slaan vaak op de vlucht bij aanvallen. Dat gebeurde ook in Palma.
Inmiddels heeft het leger weer de controle over de stad. Maar er wordt gevreesd voor het leven van de 20.000 vluchtelingen die zich ophouden vlak bij de compound van Total, dat zijn beveiligers deze week terugtrok uit het gebied.
Volgens Amnesty International maken soldaten zich schuldig aan mensenrechtenschendingen. Ook de piloten van de helikopters van het Zuid-Afrikaanse beveiligingsbedrijf Dyck Advisory Group, veelal Zuid-Afrikaanse huurlingen, maken zich volgens Amnesty schuldig aan ernstige mensenrechtenschendingen.
Kogel in zak rijst
Een bewoner van het dorp Macomia verklaarde tegenover de NOS dat zijn huis vanuit de lucht is beschoten door helikopters. Een kogel van een van de machinegeweren die de huurlingen hebben geïnstalleerd in hun helikopters bleef steken in een zak rijst, die in het huis lag van Marquiola Dunya.
"Als die kogel mij geraakt had, had ik hier niet meer gezeten", zegt hij. Dunya vertelt dat de helikopters het vuur openden toen jihadisten Macomia binnenvielen en verschillende dorpsgenoten onthoofdden.
De huurlingen speelden ook een belangrijke rol bij de aanval in Palma, waar ze de jihadisten lange tijd op afstand wisten te houden en een aantal expats konden evacueren. De Dyck Advisory Group zegt Mozambique op 6 april te verlaten. Ook het Amerikaanse leger en het leger van oud-kolonisator Portugal heeft 'adviseurs' gestuurd naar Mozambique, om het leger bij te staan in de strijd tegen de jihadisten.