Twee van de homoseksuele stellen die als eersten trouwden in Amsterdam
NOS Nieuws

20 jaar homohuwelijk: 'Maar Nederland geen voortrekker meer in emancipatiestrijd'

  • Maartje Geels

    redacteur Online

  • Maartje Geels

    redacteur Online

Precies twintig jaar geleden werden in Nederland de eerste huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht voltrokken. Op die dag werd het burgerlijk huwelijke voor iedereen opengesteld. Nu, in 2021, telt Nederland zo'n 20.000 homo-echtparen. Ruim 19.000 mannen en bijna 21.000 vrouwen zijn getrouwd met een partner van hetzelfde geslacht. Een mooie dag, zegt belangenvereniging COC, maar de emancipatie van de lhbti'ers in Nederland is nog verre van voltooid.

Op 1 april 2001 liep Nederland qua gelijkheid voorop. "We hadden iets unieks", blikt Philip Tijsma van het COC terug. Maar volgens de organisatie heeft Nederland allang niet meer die gidspositie als het op lhbti-rechten aankomt. Op de Rainbow index, een jaarlijkse ranglijst waarop landen gerangschikt worden op hun inzet voor en bescherming van lhbti'ers, staat Nederland op plaats 13.

Om die positie op te krikken, pleit het COC onder meer voor verankering van homorechten in de grondwet. Dat houdt in dat in artikel 1 van de grondwet - waarin het discriminatieverbod is vastgelegd - ook lhbti-rechten worden opgenomen. De Tweede Kamer is daarmee al akkoord gegaan, maar de Eerste Kamer heeft er nog niet mee ingestemd.

"Zo'n verankering in de grondwet heeft als voordeel dat lhbti-rechten niet met een beetje tegenwind weer ongedaan gemaakt kunnen worden", legt Tijsma uit. "Kijk naar wat er bijvoorbeeld in korte tijd in de Verenigde Staten en Hongarije is gebeurd met het inperken van homorechten."

'Nu zit je als derde ouder op de achterbank'

Ook wil het COC dat er een meerouderschapsregeling komt, waarmee het mogelijk wordt dat een kind meer dan twee wettelijke ouders kan hebben. De belangenorganisatie pleit samen met de stichting Meer Dan Gewenst al jaren voor zo'n regeling.

In Amsterdam werd vandaag bij de viering van twintig jaar homohuwelijk een oproep aan de politiek gedaan om het meerouderschap mogelijk te maken:

'20 jaar homohuwelijk is fantastisch, maar dat huwelijk is nog niet helemaal volwaardig'

Het meerouderschap is onder meer opgenomen in het Regenboogakkoord van het COC. Dat stembusakkoord werd afgelopen maand voor de tweede keer door lijsttrekkers ondertekend (in 2017 gebeurde dat ook). Er staan afspraken in over maatregelen ter bevordering van lhbti-emancipatie. Het wettelijk regelen van meerouderschap is belangrijk, vinden belangengroepen.

"Sommige kinderen groeien op met drie of vier ouders, terwijl de wet dan zegt dat het er maar twee mogen zijn", zegt Sara Coster van Meer Dan Gewenst. "Het kind heeft er recht op dat al zijn feitelijke ouders ook wettelijk voor hem of haar kunnen zorgen", vindt Coster. Met name veel lhbti-gezinnen krijgen te maken met die regel, bijvoorbeeld wanneer een kind opgroeit met een moeder en homostel als vaders.

Coster is zelf moeder en haar kind heeft twee vaders. "Een van de vaders belde mij om na een val met het kind naar het de eerste hulp in het ziekenhuis te gaan, want hij zelf is officieel geen ouder van het kind en mag daar dan niets beslissen."

Coster schat dat er honderden meeroudergezinnen in Nederland zijn. "Je wil gewoon optimaal voor je kind kunnen zorgen, ook als je de derde ouder bent. Maar nu zit je op de achterbank bij je eigen gezin."

In het Regenboogakkoord is ook een voorstel voor strengere straffen voor discriminerend geweld opgenomen. "Het gebeurde binnen 30 seconden, maar het voelde in m'n hoofd veel langer", zegt Rocher Koendjbiharie. Hij is activist en hoofdredacteur bij online lhbti-tijdschrift Expreszo en schreef recent over verbaal anti-homogeweld dat hij in een park meemaakte.

"Er liep een man naar me toe die zei: 'Jij lijkt op Badr Hari. Maar hij valt op vrouwen en jij duidelijk op mannen.' Hij moest daarna keihard lachen." Koendjbiharie stond perplex, maar negeerde het voorval. "Als je homoseksueel bent maak je in een split second een evaluatie van je omgeving: ga ik wat zeggen of niet." Iemand van repliek dienen, zegt Koendjbiharie, kan gevaarlijk zijn: je weet nooit of iemand je fysiek aanvalt.

Het voorval spookte daarna nog door zijn hoofd. De man in het park gebruikte geen fysiek geweld, maar intimideerde wel. Voor beide vormen moet volgens Koendjbiharie meer aandacht komen. "Straatintimidatie gaat niet alleen over fysieke veiligheid, maar ook over emotionele veiligheid. Zo'n opmerking gaat in je hoofd zitten, dat kan je niet zomaar loslaten."

Volgens Koendjbiharie wordt homofoob verbaal geweld vaak niet als zodanig herkend. Hij wijst op een gerechtelijke uitspraak uit 2018. De Rotterdamse rechter oordeelde toen dat schelden met 'kankerhomo' straattaal is. Dat geeft volgens Koendjbiharie een "totaal verkeerd signaal" af.

'Pak opnieuw de voortrekkersrol'

Net als het COC, wijst ook Koendjbiharie erop dat Nederland zijn voortrekkersrol op het gebied van lhbti-rechten de afgelopen twintig jaar is kwijtgeraakt. "We zijn zo gefocust geweest op wat we toen gedaan hebben. Maar de wereld gaat verder."

Om die pioniersrol terug te krijgen, denkt Koendjbiharie dat het belangrijk is om in ieder geval het gesprek te blijven voeren over lhbti-acceptatie. "Die mijlpaal van toen is geen mijlpaal meer van vandaag de dag. Daardoor dreigen we achter te lopen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl