Libië heeft nieuwe regering mét vrouwen, en zo vanzelfsprekend is dat niet
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
Het Libische parlement heeft vanmiddag een interim-regering van nationale eenheid goedgekeurd, die het land eind dit jaar naar nieuwe verkiezingen moet leiden. Dat is niet alleen een grote stap in het vredesproces van het land, maar het wordt ook gezien als een historische stap voor Libische vrouwen; vijf van de 35 nieuwe kabinetsleden zijn vrouw.
Zo zijn de nieuwe ministers van Buitenlandse Zaken en Justitie vrouwen, posities die voorheen altijd door mannen werden bekleed. Maar dat is niet zonder slag of stoot gegaan.
In de aanloop naar de verkiezingen van 24 december eisen vrouwen in het land steeds nadrukkelijker hun plek op in de politiek. Daarbij stuiten ze naar eigen zeggen op de machthebbers, die voorheen allen man waren en hen niet zien zitten.
Strijd op twee fronten
Twee vrouwen die dat proberen te doorbreken zijn Saiyda al-Yaqoubi en Zahra Langhi. Zij maken deel uit van het Libische Politiek Dialoog Forum (LPDF), dat eind vorig jaar door de Verenigde Naties werd opgericht om zo snel mogelijk geloofwaardige verkiezingen te kunnen houden. Het LPDF vertegenwoordigt Libiërs van alle politieke, religieuze en sociale stromingen in het zwaar verdeelde land. Zeventien van de 74 LPDF-leden zijn vrouw.
"Het is een dagelijkse worsteling, terwijl het juist zo belangrijk is dat vrouwen ruim vertegenwoordigd zijn in de Libische politiek. Wij spelen een sleutelrol in het vredesproces", zegt Yaqoubi vanuit Tripoli. "Het is vrij simpel: kritische vrouwen zijn niet welkom", zegt Langhi. "De samenleving is patriarchaal en wordt door mannen gedomineerd. Het is helaas niet alleen de dictatuur waarmee we te maken hebben, wij voeren een strijd op twee fronten."
Geweld tegen vrouwen die hun stem gebruiken
"Ik krijg doodsbedreigingen en heb constant met agressie te maken. Ook op sociale media", zegt Yaqoubi, die al jaren politiek actief is en haar angst inmiddels grotendeels opzij heeft gezet. "Vrouwen zijn het doelwit van systematisch politiek geweld", beaamt Langhi.
Nadat hun olierijke land 42 jaar onder de straffe hand van dictator Kadhafi had geleefd, volgden tien jaar chaos en oorlog. Nu wordt naarstig gezocht naar een manier om op een pad richting stabiliteit te komen. Langhi: "Dat vrouwen zich de afgelopen tien jaar zijn gaan uitspreken was een radicale omslag. Onze samenleving is daar niet aan gewend en de reacties zijn vaak gewelddadig."
Er wordt nooit een dader gevonden. Dit kan in Libië dus ongestraft gebeuren.
November vorig jaar werd de prominente vrouwenrechtenactiviste Hanan al-Barassi op klaarlichte dag doodgeschoten door gemaskerde mannen in de oostelijke stad Benghazi. Ze was niet de eerste. In 2014 werd mensenrechtenadvocaat Salwa Bughaighis vermoord. In de zomer van 2019 sleepten gemaskerde mannen parlementslid Siham Serghewa uit haar huis; ze is sindsdien spoorloos.
"Helaas zijn er nog veel meer van dit soort verhalen. Er wordt nooit onafhankelijk onderzoek gedaan, er wordt nooit een dader gevonden. Dit kan in Libië dus ongestraft gebeuren", zegt Langhi. Ze onderstreept dat dit soort dingen mannen met een mening niet overkomt.
Uit veiligheidsoverwegingen woont ze zelf in het buitenland. Een trip naar eigen land is mogelijk levensgevaarlijk. "Vriendinnen en collega's zijn omgebracht. Het is niet makkelijk om alle krijgsheren te bekritiseren. Je wordt gedwongen een kant te kiezen en dat wil ik niet."
De afspraak is dat de nieuwe premier Abdulhamid Dbeibah een vrouwenquotum van 30 procent zal hanteren voor hogere overheidsfuncties; dat quotum haalt hij met vijf vrouwelijke kabinetsleden en dertig mannelijke - inclusief hijzelf - nog niet.
"De vertegenwoordiging van vrouwen is juist ontzettend belangrijk in deze overgangsperiode. En dan graag vrouwen die ook echt iets te zeggen hebben. Niet dat we alleen even tellen hoeveel vrouwen er aan tafel zitten. Hun deelname moet waardevol zijn", vindt Langhi.
Het ontmaskeren van corruptie in de Libische politiek staat boven aan haar lijstje. "We zijn bezig met het blootleggen van de invloed van politiek geld. We zijn nu eindelijk af van die politieke dinosaurussen, er zijn nieuwe gezichten. Maar nu zitten we opgescheept met dieven. De strijd gaat door."
Buitenlandse strijders
Voor Yaqoubi, die haar hele leven in Libië heeft gewoond, is de constante instroom van wapens en de aanwezigheid van buitenlandse huurlingen een enorme zorg. Ondanks het staakt-het-vuren dat sinds oktober redelijk standhoudt, is de inmenging in de strijd van allerlei landen zoals Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten aan de kant van krijgsheer Haftar en Turkije en Qatar aan de kant van oud-premier Sarraj al tijden een struikelblok. "Voor mijn gevoel zitten we op een vulkaan die elk moment kan uitbarsten. De situatie kan niet verbeteren zolang al die buitenlandse strijders hier zijn. Het voelt alsof wij Libiërs gast in eigen land zijn geworden. Die buitenlanders lijken hier de landeigenaren."
Zowel Yaqoubi als Langhi ziet de verkiezingen eind dit jaar als een kans, hoe fragiel ook. Yaqoubi: "We hebben nog een heel lange weg te gaan, maar dit mag niet misgaan. We moeten toch ergens een nieuw begin maken om op verder te bouwen."