Medewerker Artsen zonder Grenzen vermoord in Syrisch kamp Al-Hol
Vorige maand is in het Syrische vluchtelingenkamp Al-Hol een medewerker van Artsen zonder Grenzen (AzG) gedood. Naar de omstandigheden waaronder ze, op een vrije dag, in haar tent werd omgebracht wordt onderzoek gedaan.
Artsen zonder Grenzen wijst op de zeer gespannen en gevaarlijke omstandigheden in het kamp, waar veel (oud)-aanhangers van Islamitische Staat zijn ondergebracht, onder wie ook Nederlanders. Twee op de drie kampbewoners zijn kinderen.
Eind vorige maand kwam ook een jong kind van een medewerker van AzG om bij een brand, drie andere medewerkers werden met brandwonden in het ziekenhuis opgenomen.
De situatie verslechtert snel, aldus de organisatie: sinds januari zijn er al dertig mensen vermoord. De meeste slachtoffers worden gedood door wapengeweld of door messteken. Ook lopen vrouwen en kinderen 'toevallig' schotwonden op bij een vuurgevecht tussen kampbewoners.
Niet langer behandelen in tent
Na de dood van de medewerker heeft Artsen zonder Grenzen vanwege de risico's besloten niet langer medische hulp te verlenen in de tenten van de bewoners, maar alleen in de kliniek van het kamp te werken.
Al-Hol ligt in Koerdisch Syrië en valt onder toezicht van de Koerdische autoriteiten. Die hebben de internationale gemeenschap al meermaals gevraagd om de buitenlandse gevangenen van het kamp terug te halen naar hun land van herkomst. Ook Artsen zonder Grenzen benadrukt dat de leefomstandigheden in Al-Hol onacceptabel zijn en dat de wereld zijn verantwoordelijkheid moet nemen.