Danilo (FC Twente) viert feest na zijn treffer
NOS Voetbal

Voor Jans is het mentale aspect het mooiste aan het trainersvak: 'Past bij mij'

Ron Jans zal het niet zo snel over lastige jongens hebben. Gepokt en gemazeld als hij is in de voetballerij beschouwt hij zijn spelers vooral als individuen, die waardering verdienen en met wie hij tevens graag de confrontatie aangaat.

"Je wilt ook graag dat een team een soort familie is. Dat je samenwerkt, elkaar helpt, aanspreekt als het niet goed gaat en dat ook van elkaar accepteert", zegt de 62-jarige trainer van FC Twente.

Dankzij die filosofie strijden de Tukkers dit seizoen met veelal opgebloeide huurlingen voor Europees voetbal. "Om een topper te worden, moet je je ontwikkelen. En als je twee treden overslaat, val je er meestal eentje terug", zegt Jans.

Revelatie

En FC Twente is voor veel spelers die ene trede die als tussenstation fungeert op weg naar de echte top. Voor Kik Pierie, die als verdediger weer vertrouwen uitstraalt. Voor Danilo, die als centrumspits een revelatie werd. Voor Vaclav Cerny, ongrijpbaar op de flank, tot een blessure een abrupt einde maakte aan zijn seizoen.

Trainer Ron Jans vertelt over zijn spelers Vaclav Cerny en Joël Drommel:

Jans deelt lief en leed met zijn spelers, een aspect dat het trainersvak voor hem nog mooier maakt dan het is. "De persoonlijke aandacht. Dat past wel bij mij", vindt Jans, die veel waarde hecht aan een goede band met zijn spelers. Identiteit en mentaliteit, daar zit volgens hem de sleutel tot succes in de ontwikkeling van een speler.

En tekenend voor het groepsproces was de betrokkenheid bij Cerny, nadat hij onlangs tegen Ajax een zware knieblessure had opgelopen. "Ik ben zo gek met die jongen, die heeft zo'n enorme drive", zegt Jans over de aanvaller die wordt gehuurd van FC Utrecht, waar hij totaal niet uit de verf kwam. "Het ideale moment om hem te halen. Ik vond hem nog beter dan gedacht."

Maarschalk

Jans noemt hem zijn maarschalk. Het belangrijkste stuk in de aanval bij het bordspel Stratego. Maar ook in de eigen gelederen vond Jans bij de samenstelling van zijn selectie voor dit seizoen nog een paar jongens die in zijn ogen nooit op waarde werden geschat. Om te beginnen bij keeper Joël Drommel, in zijn jonge jaren nog zo onzeker. "Ik ga niet zomaar tegen iedereen zeggen: jij gaat het Nederlands elftal halen", aldus Jans. Maar bij Drommel deed hij dat wel.

De keeper verdiende als grote uitblinker tussen de palen een selectie voor het Nederlands elftal. Cerny werd A-international van Tsjechië. En zo zijn er meer spelers die na een mindere periode hun grenzen weer hopen te verleggen.

Jans stuurt geen bloemetjes meer naar spelersvrouwen

Daarin schuilt volgens Jans ook het gevaar. Het seizoen nadert zijn ontknoping, voorzichtig gaat de focus al op het nieuwe seizoen. "Vooral die huurlingen gaan denken: waar speel ik volgend jaar, wat gaat er met mij gebeuren?", merkt Jans. En twijfel heeft meestal geen goede uitwerking op de resultaten, getuige bijvoorbeeld het optreden van Danilo, de van Ajax gehuurde Braziliaan die aanvankelijk de doelpunten aaneenreeg, maar de laatste weken is stilgevallen.

Het mooiste voorbeeld van mentale weerbaarheid bespeurt hij bij Jesse Bosch (21), die uit het elftal verdween en zich zonder mokken heeft teruggeknokt. "Helemaal niks gezien van verslapping, onbegrip of woede. En dat op die leeftijd al." Bosch komt dan ook uit een geweldige familie, merkte Jans. "Waar ze niet alleen maar iemand op de troon zetten, maar ook met beide benen op de grond houden."

Ondergeschoven kindje

Louis van Gaal stond er als trainer ook om bekend veel te investeren in de spelers en hun directe omgeving. In het voetbal van tegenwoordig is dat moeilijker. Spelers en trainers wisselen veel sneller van club dan vroeger, concludeert Jans.

Maar die aandacht voor de mensen achter de voetballers, dat blijft toch een ondergeschoven kindje in het voetbal. Maar niet bij Jans. "Dit is een van de mooiste dingen die er zijn."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl