Koreaans 'troostmeisje' wil oordeel Gerechtshof over misbruik tijdens WOII
Een Zuid-Koreaans vrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Japanse leger werd gedwongen om als seksslaaf te werken, wil dat het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zich buigt over een impasse tussen beide landen.
Op een persconferentie riep Lee Yong-soo (92) de regering van Japan en Zuid-Korea op om naar de hoogste VN-rechtbank te stappen. Een oordeel moet een einde brengen aan een jarenlange strijd van de zogenoemde 'troostmeisjes' om de Japanse overheid juridisch verantwoordelijkheid te stellen voor de slavernij.
Verontschuldiging
"Ik vraag niet om geld, maar om erkenning van de verantwoordelijkheid en een verontschuldiging", zei Lee. Er is volgens haar niet veel tijd meer. "Mijn laatste wens is dat de president, onze overheid, om een oordeel van het internationaal recht vraagt."
Tegen de Japanse premier Yoshihide zei ze dat ze hoopt dat het dispuut voor eens en voor altijd op een goede manier wordt opgelost, "zodat bewoners van onze beide landen elkaar als vrienden kunnen behandelen".
Tijdens WO II moesten tienduizenden vrouwen in bordelen werken in door Japan bezette gebieden. Spanningen hierover laaiden vorige maand weer op na een uitspraak van een Zuid-Koreaanse rechtbank.
Compensatie
Die oordeelde dat de Japanse overheid geld beschikbaar moet stellen voor twaalf slachtoffers die rechtszaken aanspanden voor hun lijden gedurende de oorlog. Volgens Japan heeft er al compensatie plaatsgevonden.
Voor een oordeel van het VN-hof moeten beide landen instemmen. Een woordvoerder van het Zuid-Koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken gaat het voorstel "zorgvuldig" bekijken.