'Hij' of 'hij' in de Bijbel: waarom dat al decennia discussie oplevert
Carmen Dorlo en Ivo Landman
redacteuren Online
Carmen Dorlo en Ivo Landman
redacteuren Online
De discussie of God met 'hij' of 'Hij' moet worden aangeduid in de Bijbelvertaling is vandaag weer opgelaaid. Volgens een groep van vrouwelijke religiewetenschappers en theologen is 'Hij' met een zogenoemde eerbiedskapitaal een 'klap in het gezicht'.
De kwestie past in een bredere discussie over de effecten van religieus taal- en beeldgebruik, legt Heleen Zorgdrager, hoogleraar Systematische Theologie en ondertekenaar van de brief, uit. "Deze kwestie behandelt eigenlijk de vraag: wordt iedereen meegenomen in het taalgebruik of wordt er ook buitengesloten? Dat is een belangrijk thema in de religie, en dat gaat niet alleen over vrouwen."
De Oecumenische Vrouwensynode en de Nederlandse afdeling van een Europees netwerk vrouwelijke religieonderzoekers stuurden een brief met de oproep naar het Nederlands Bijbelgenootschap, dat de Bijbelvertaling uitgeeft. De nieuwe versie van de Bijbelvertaling, waaraan sinds 2017 gewerkt is, verschijnt namelijk dit jaar.
"De taal en de beelden die worden gebruikt voor God, Jezus en de Heilige Geest laten ook zien hoe we denken over de verhoudingen tussen mensen en hoe we meer of minder status toekennen in de wereld", zegt Zorgdrager. "Daarom is het enorm belangrijk om stil te staan bij de effecten van taal."
In de vorige Bijbelvertaling, die uit 2004, is 'hij' wel met een kleine letter geschreven. In de nieuwe versie wordt dit nu aangepast omdat lezers van de vorige versie het vaakst kritiek hadden op het afschaffen van de hoofdletter. "Dat bevalt slecht", zei leider van het vertalingsproject Matthijs de Jong daarover al eerder. "Voor sommigen doet Hij met een hoofdletter misschien pijn aan de ogen, maar voor anderen doet hij met een kleine letter pijn aan het hart."
Volgens Zorgdrager is de discussie binnen de gemeenschap dan ook niet nieuw. In de jaren 70 werd dit onderwerp al op de agenda gezet. "Jarenlang wordt er al stevig gediscussieerd over eenzijdig mannelijke beelden voor God, zoals over God aanduiden als 'Heer'. In 2004 is er bewust gekozen voor een zo inclusief mogelijke vertaling, waarbij 'de Heer' nog bleef maar 'hij' een kleine letter kreeg. Het was een compromis."
In deze reportage leggen voor- en tegenstanders uit wat ze van de eerbiedskapitaal vinden:
Al zolang er Bijbelvertalingen zijn, is er discussie geweest over de keuze van de bronteksten en de manier waarop die vertaald moesten worden, zegt Miranda Klaver, hoogleraar Antropologie van Religie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In de eerste Statenvertaling uit de 17de eeuw werd 'hij' bijvoorbeeld nog zonder hoofdletter gespeld. In latere vertalingen dook de kapitaal weer op.
Dat iedere verandering in de vertaling gevoelig ligt, is volgens Klaver begrijpelijk. "Die tekst betekent heel veel voor veel mensen, ze leven ernaar. Als je daar zomaar iets in kunt veranderen, wat betekent dat dan voor het gezag van de bijbel, vragen ze zich af. Tegelijkertijd moet de tekst wel herkenbaar blijven. Het blijft altijd een spanningsveld tussen modernisering en traditie."
Ze herinnert zich dat er bij de vertaling van 2004 niet veel maatschappelijke discussie was over het hoofdlettergebruik. "Het argument was toen dat de hoofdletters ook in de bronteksten niet voorkwamen en ook werd verwacht dat eerbiedshoofdletters steeds meer uit de taal zouden gaan verdwijnen. De discussie ging toen veel meer over andere dingen, zoals de vertaling van bepaalde teksten over verzoening en genade."
Dat de hoofdletterdiscussie nu weer oplaait, verbaast Klaver enigszins. "Dat het plan er lag om de hoofdletters terug te brengen stond al in 2017 in de krant. Waarom is er toen niet op gereageerd?"
Man noch vrouw
Er is in 2017 wel een kritisch opiniestuk over de hoofdletters verschenen op het platform NieuwWij, maar er is toen geen massale actie ondernomen, erkent Zorgdrager. "Misschien hadden wij toen wakkerder moeten zijn, maar men had ons ook kunnen raadplegen over zo'n ingrijpende herziening. In 2004 is dat wel gebeurd."
Inmiddels is het te laat voor aanpassingen. Het boek ligt al bij de drukker. Wel heeft de groep vrouwelijke religiewetenschappers en theologen een uitgebreide brief van het Nationale Bijbelgenootschap teruggekregen. "We zijn uitgenodigd voor een gesprek. En daar gaan we natuurlijk op in", zegt Zorgdrager.
De discussie is overigens breder dan alleen de Bijbelvertaling, benadrukt ze. Ook de taal die in gebed en preken gebruikt wordt en de religieuze communicatie naar buiten, moet kritisch bekeken worden. "Neem je iedereen mee in je taal en beeld? Wij zeggen helemaal niet 'gebruik nooit meer de Heer', maar zorg dat er een breed spectrum is van beelden. Dat God niet mannelijk of vrouwelijk is, maar boven onze beelden uitgaat."