Een priklocatie van de GGD in Veghel, begin januari
NOS NieuwsAangepast

Kleine voorraad, meer prikplekken: zo wil het kabinet het vaccineren versnellen

  • Joram Bolle

  • Joram Bolle

Handen wassen, afstand houden, testen, thuiswerken, binnenblijven bij klachten, quarantaines, signaalwaarden, routekaarten, flowcharts, OMT-adviezen, Catshuisoverleggen. Alleen samen krijgen we corona onder controle, zo wordt elke persconferentie weer benadrukt.

Maar eigenlijk is er voor Nederland maar één uitweg uit deze crisis, zeggen experts en kabinet: prikken, prikken, prikken. Zo veel mogelijk en zo snel mogelijk. Wat weten we nu over hoe het kabinet dat voor elkaar wil krijgen?

Tot nu toe is het vaccineren in Nederland niet bepaald vlekkeloos verlopen. Er is laat gestart, de strategie is keer op keer aangepast, en voorraden bleven lang in de opslag, ouderen in verzorgingshuizen werden niet of later ingeënt dan medebewoners omdat ze formeel onder een andere arts vielen en enkele farmaceuten bleken niet te kunnen leveren wat ze hadden beloofd.

En hoeveel prikken er wél gezet zijn is te lastig om precies te tellen, dus dat corrigeert het ministerie liever met een schatting - die vervolgens gecorrigeerd moest worden.

Minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid gaf de Tweede Kamer nu in een brief een update over onder meer het vaccinatieprogramma. Hij had ook goed nieuws te melden: farmaceut Moderna kan versneld acht miljoen extra vaccins leveren. Nederland koopt ze in omdat ze toch vanaf het derde kwartaal beschikbaar zijn, in plaats van in het vierde. Ook meldde De Jonge dat de EU in onderhandeling is met nog twee vaccinleveranciers: Novavax en Valneva.

Levering van vaccins

Alle ontwikkelingen rondom vaccins leiden tot een aangepast schema van wanneer welk vaccin geleverd kan worden. In het eerste kwartaal zijn er minder vaccins dan verwacht en gehoopt, maar in het tweede en derde kwartaal juist meer, zegt De Jonge.

In dit schema zie je hoeveel doses vaccin het ministerie denkt dat er geleverd worden. Voordeel van het Janssen-vaccin is dat daarvan maar één prik nodig is; bij de andere vaccins zijn twee prikken nodig:

Kanttekening bij het leveringsschema is dat sommige vaccins nog moeten worden goedgekeurd door de autoriteiten, dat niet van alle vaccins zeker is dat ze goed genoeg werken en dat met sommige farmaceuten nog definitieve deals over leveringen of extra leveringen moeten worden gesloten.

Maar als al die hobbels genomen zijn én de farmaceuten hun leveringsbeloften nakomen, dan zijn aan het eind van het tweede kwartaal genoeg vaccins geleverd om alle Nederlanders boven de 18 in te enten, volgens de schattingen van het ministerie.

Vaccins in voorraad hebben is één ding, prikken zetten een ander. Het kabinet maakt verschillende aanpassingen om het tempo te versnellen.

Kleinere voorraad, langer wachten tussen prikken

Allereerst wil het kabinet langer wachten met het geven van de tweede prik, waardoor meer mensen hun eerste prik kunnen krijgen. Voor Moderna moet de 'prikafstand' vier weken worden, in plaats van drie. Bij Pfizer wil De Jonge het uitstellen tot zes weken, maar hij wacht nog op een advies van de Gezondheidsraad. Bij het AstraZeneca-vaccin houdt het kabinet een periode van tien weken aan tussen de prikken.

Het kabinet wil het aantal eerste prikken nog verder verhogen door een kleinere voorraad aan te houden. Op elk moment moet er een zogeheten veiligheidsvoorraad zijn van het Pfizer- en Moderna-vaccin. Die voorraad moet zo groot zijn, dat er sowieso nog vijf dagen geprikt kan worden als de levering stilstaat.

Eerder hield De Jonge een veiligheidsvoorraad van meer dan dertig dagen aan. Voor AstraZeneca wil hij zelfs helemaal geen veiligheidsvoorraad. De tijd tussen de eerste en tweede prik is lang genoeg om tegenvallers in leveringen op te kunnen vangen, zodat al gemaakte prikafspraken dan niet verzet hoeven worden, denkt het kabinet.

Aanpassing strategie?

Wie precies in eerste instantie het AstraZeneca-vaccin krijgt, heeft De Jonge nog niet besloten. Eigenlijk was het plan om AstraZeneca in te zetten bij medewerkers in de gehandicaptenzorg, wijkverpleging, Wmo en ggz en 18 tot 60-jarigen met een medische indicatie.

Maar De Jonge wil ook 60-plussers sneller vaccineren. Alleen is bij die groep dan weer de vraag of het vaccin werkzaam genoeg is. Op advies van de Gezondheidsraad zal de minister beslissen of het toch bij de eerste groep blijft, of het vaccin gaat naar 60- tot 65-jarigen, of dat hij die twee groepen combineert.

Zo zag de oorspronkelijke strategie eruit. Het is nog niet bekend hoe die precies wordt aangepast na de tegenvaller van AstraZeneca:

Het laatste station op de vaccinatieroute is de priklocatie. Op dit moment ligt de prikcapaciteit op 230.000 per week bij de 25 ggd-locaties. In april moet die liggen op 450.000 als er 100 ggd-locaties operationeel zijn, en in juni op 700.000.

Samen met de huisartsen kunnen er volgens De Jonge dan in het tweede kwartaal tussen de 1,5 en 2 miljoen prikken per week worden gegeven. Ziekenhuizen hebben aangeboden bij te springen als huisartsen toch niet snel genoeg kunnen opschalen.

In theorie zou het voldoende moeten zijn, als alle leveringen doorgaan. Wellicht dat op dat moment "die vaccinatie ook een beetje tegen al die negativiteit helpt", zoals een geprikkelde Hugo de Jonge zijn criticasters gisteren tijdens de persconferentie toebeet.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl