RIVM: 'Vooral de onzekerheid over corona neemt toe'
De avondklok die vanavond ingaat komt op een moment dat er sprake is van een voorzichtig gunstige trend in de coronacijfers. Daarin is een langzame daling van het aantal besmettingen te zien, met af en toe een stijging, als een soort hiccup.
De nieuwe maatregel is ingrijpend en het effect van de avondklok is, ondanks alle geroep om hard bewijs voor de precieze werkzaamheid ervan, niet te voorspellen. Voor wetenschappers is een mate van onzekerheid business as usual.
Het maakt Jaap van Dissel, directeur van het Centrum voor Infectieziektenbestrijding van het RIVM, en Jacco Wallinga, hoofdmodelleur van het RIVM, dan ook niet zenuwachtig. De NOS sprak hen over de avondklok, de verschillende varianten van SARS-CoV-2 en ook over alle onzekerheden.
Meneer Van Dissel, in de Tweede Kamer liet u woensdag een prognose zien over covid-19 op basis van de maatregelen die hier tot woensdag golden. Waarom heeft u niet ook een prognose op basis van de door het OMT geadviseerde nieuwe maatregelen?
Van Dissel: "Het verwerken daarvan in prognoses is wat ingewikkelder dan je denkt. De vaccinaties die op stoom beginnen te komen nemen we de volgende keer zeker mee. We proberen ook de andere nieuwe maatregelen (zoals de avondklok, red.) erin te verwerken. Maar, en ik heb dat ook in de Kamer gezegd: behalve covid neemt vooral ook de onzekerheid toe. De onzekerheidsmarge is zo groot, dat die uit de grafiek loopt. De gemiddelde waarde is daardoor heel wiebelig, maar neemt duidelijk toe. Er is dus aanzienlijke kans op een belangrijke toename van het aantal besmettingen en ziektegevallen. Dat wilde ik helder overbrengen."
Het OMT-advies over de avondklok rekent met een mogelijke daling van het R-getal met 8 tot 13 procent. Veel te weinig om de R van de Britse variant, die 1,3 is (100 mensen besmetten 130 anderen), onder de 1 te krijgen.
Wallinga: "Onze berekeningen laten zien dat er nu meer nodig is. Op twee manieren. Betere naleving van de maatregelen die er al waren. En uitbreiding van het repertoire aan maatregelen. Als we naar Engeland kijken, dan denken we niet dat we met de maatregelen die we tot deze week hadden de epidemie kunnen beheersen. Er is echt meer nodig. Het kan hier net iets anders verlopen dan in het Verenigd Koninkrijk. Het is erg onzeker hoe de opbouw van natuurlijke immuniteit door het doormaken van infecties verloopt. Misschien kunnen we de derde golf vertragen, zodat we meer profiteren van een seizoenseffect. Ook dat effect staat niet vast, maar het is wel aannemelijk. Tegelijk zouden we meer profijt hebben van de vaccinaties. Als het niet lukt om betere naleving van de maatregelen te krijgen, en ook niet om de nieuwe golf te vertragen en we geen zekerheid krijgen over hoe het zit met de opbouw van immuniteit, dan blijft eigenlijk alleen het versnellen van de vaccinaties over."
Komt dat allesoverheersende belang van het naleven van de regels wel voldoende over, of wordt dat overvleugeld door de avondklok?
Van Dissel: "Daarom geven we in de OMT-brief ook aan dat het belangrijkste is dat iedereen zich aan de maatregelen houdt. Het merendeel van de mensen doet dat. Er zal altijd een groep zijn die het om uiteenlopende reden niet doet. Maar er is ook een groep die twijfelt doordat ze de urgentie niet helemaal voelen of misschien onvoldoende kennis hebben. Die twijfelaars wil je overtuigen. Daar helpen maatregelen bij, maar ook gerichte communicatie. Dat gebeurt centraal, maar er is veel overleg met de gedragsunit van het RIVM hoe je dat het best kan doen."
Bedoelt u dat de avondklok meer bedoeld is voor gedragsbeïnvloeding dan dat het als zodanig de verspreiding van het virus beperkt?
Van Dissel: "Het aantal auto's op de weg moet daardoor wel dalen, dat kan gewoon niet anders. En je wil er een gevoel van urgentie mee overbrengen. Maar dat ligt nu ingewikkeld. De klassieke variant van corona neemt af, het aantal besmettingen daalt, dat geeft het begrijpelijke gevoel dat het beter gaat. Maar de Britse variant neemt toe onder het huidige beleid en ondanks alle beperkingen. En andere varianten straks misschien ook. Wij kunnen de gevolgen berekenen als we de maatregelen niet aanscherpen, maar ook na het aanscherpen van de naleving ervan."
Volstaan de nieuwe maatregelen om de Britse variant te stoppen?
Wallinga: "Ik durf het niet te zeggen. Er zijn veel onzekerheden en voor een belangrijk deel gaat het om gedrag. Het is moeilijk te voorspellen of het genoeg is voor gedragsverandering. Het is hoopvol dat het in Engeland gelukt is de R omlaag te krijgen. Dan moeten wij dat ook kunnen. Maar de Engelsen hebben wel een veel breder en strenger pakket maatregelen."
Van Dissel: "Plus een veel groter gevoel van urgentie, omdat het daar daadwerkelijk uit de hand liep. Maar die situatie wil je hier natuurlijk niet nodig hebben om de urgentie duidelijk te maken. In de eerste golf hadden we de beelden uit Bergamo, nu uit Londen. In eigen land hadden we tijdens de eerste golf de beelden uit de Brabantse ziekenhuizen die toen heel veel aandacht kregen. Maar dat wordt nu toch anders bekeken. Misschien dat media ook kunnen bijdragen aan het weer ontstaan van dat urgentiegevoel."
Is het lastig om telkens weer te moeten uitleggen dat er zo veel onzekerheid is en dat inzichten dus veranderen?
Van Dissel: "Wetenschappers hebben er plezier in als ze een standpunt moeten aanpassen, omdat nieuwe inzichten vooruitgang betekenen. Het is winst! In de politiek wordt dat wellicht eerder gezien als een soort doodzonde. Als je alle OMT-brieven bekijkt, dan zie je veranderingen in de advisering. En daarna vaak ook in het beleid. In de wetenschap is zoiets een fact of life, maar ik kan me voorstellen dat het in de politiek ingewikkelder ligt."
De Britse variant kan met een aangepaste PCR-test makkelijk opgespoord worden. Geldt dat ook voor de Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse varianten?
Van Dissel: "Dat is het geluk bij een ongeluk met die Britse variant. Die andere moeten we vooralsnog via sequencing opsporen. Dat is tijdrovend en kostbaar. Over die Zuid-Afrikaanse en Braziliaanse varianten is nog weinig bekend en wat we weten neemt niet bepaald mijn zorgen weg. Uit laboratoriumonderzoek blijkt dat ze minder goed lijken te reageren op de antistoffen in het bloed van personen die corona hebben doorgemaakt dan de Britse variant. Maar cellulaire afweer zou ook voor immuniteit kunnen zorgen. Alleen, we weten nog niet of dat zo is. Zolang je dat niet weet wil je ze hier zeker liever niet hebben. "
Wat is het effect van het versnellen van de vaccinaties op de verspreiding van het virus?
Wallinga: "Het is onduidelijk wat het vaccin doet tegen verspreiding van het virus. Datzelfde geldt dus voor het effect dat uitstel van de tweede vaccinatie en het versneld geven van de eerste prik aan meer mensen gaat hebben. Maar meer mensen beschermen helpt, omdat ze dan voorlopig niet meer vatbaar zijn. Israël is al ver met vaccineren, dat gaat binnenkort nieuwe inzichten opleveren of vaccins ook de overdracht van het virus kunnen tegengaan."
Op 17 maart zijn er Tweede Kamerverkiezingen. Kunnen die wat u betreft doorgaan?
Van Dissel: "Het is echt te vroeg om daar iets over te zeggen. Het belang ervan is natuurlijk glashelder. We hopen dat de maatregelen die nu genomen zijn voldoende zijn, zodat die kwestie niet gaat spelen."