Digitale Openbaarheidsdag: 'het leuke is natuurlijk zelf grasduinen'
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Notulen van de ministerraad over de val van Srebrenica, stukken van de veiligheidsdiensten over de communistenjacht tijdens de Koude Oorlog, dossiers over de vervolging van foute Nederlandse na de Tweede Wereldoorlog. Allemaal worden ze vandaag vrijgegeven door het Nationaal Archief. En meer: het overzicht is dit keer 2998 pagina's lang. Maar wie nieuwsgierig is moet nog even geduld hebben.
Vanwege corona verloopt namelijk ook deze jaarlijkse Openbaarheidsdag anders dan normaal. Dit keer geen journalisten die watertandend staan te wachten tot de blauwe archiefmappen tevoorschijn worden gehaald. Dit keer gaat het verstrekken van informatie op zeer beperkte schaal digitaal.
"We zijn gaan kijken wat we binnen de beperkingen toch voor elkaar konden krijgen", zegt woordvoerder Martine Bartels. "Onze onderzoekers hebben de archieven globaal geïnventariseerd en we hebben gekeken naar wat er al aangevraagd was door journalisten. Daarop hebben we bij wijze van hoge uitzondering een beperkt aantal archieven gescand."
Moderne archiefstukken zoals de ministerraadnotulen konden door de scanner worden gehaald. Oudere dossiers, zoals paperassen van de oorlogsregering in Londen, moesten blaadje voor blaadje worden gefotografeerd. Koninklijke telegrammen, ministeriële kattenbelletjes, krantenknipsels, allemaal keurig ontsloten.
Zo is het is voor journalisten dit keer mogelijk om thuis door de archieven spitten. Bart Funnekotter van de NRC vindt het geen verbetering. Hij heeft liever het ritueel van Openbaarheidsdag. "Ik kijk de stukken wel digitaal in, maar het leuke is natuurlijk om er zelf te zitten en door een enorme doos paperassen te grasduinen, kijken wat je tegenkomt."
Bartels hoort ook liever het geritsel van bezoekers zelf die speuren naar pareltjes. "Het is in principe niet aan ons om te bepalen wat de waarde is van de stukken." Funnekotter onderschrijft dat: "Het is natuurlijk de sport om er iets uit te halen dat ze zelf niet gezien hebben."
De kick is juist om het binnen een dag te doen.
Dat hij nu iets meer tijd had om een verhaal voor te bereiden, maakt Funnekotter niet uit. "De kick is juist om het binnen een dag te doen. Vorig jaar heb ik live zitten twitteren, met foto's die ik maakte van stukken die ik vond. Dat leverde leuke interacties op."
Funnekotter heeft ook niet de illusie dat er grote primeurs boven tafel komen. "Het is niet zo dat deze stukken nooit door buitenstaanders zijn gezien. De Srebrenica-stukken zijn al ingezien door de commissie die er het NIOD-rapport over schreef, Cees Fasseur kreeg voor zijn Wilhelmina-biografie ook al toegang tot archieven die nog niet toegankelijk waren. Het zijn de krenten in de pap die zo'n dag leuk maken."
Ook digitaal speurend vond Funnekotter dit keer een aansprekend onderwerp voor een artikel in de krant morgen. "Iets met postduiven. Maar meer zeg ik niet!"