'Dichter bij de geschiedenis kun je niet komen'
Lambert Teuwissen
Redacteur
Lambert Teuwissen
Redacteur
Het is schatzoeken vandaag in het Nederlands Archief in Den Haag. Zoals iedere eerste dinsdag van het jaar is het Openbaarheidsdag, de dag waarop alle dossiers die dit jaar vrijkomen voor het eerst mogen worden ingezien. Dit jaar zijn het 7000 dossiers; het overzicht ervan is 1709 pagina’s lang.
Het is een allegaartje. De notulen van de ministerraad van 1990 en het oorlogsarchief van koningin Wilhelmina, maar ook de burgerlijke stand van Abbenbroek tot Zwijndrecht, een fotoboek van Marga Klompé en twee jaargangen Schoen-visie, het maandblad van de Christelijke Bond van Schoenwinkeliers.
Er is zelfs een dossier van de Nederlandse Orde van Advocaten dat letterlijk 'Van alles en nog wat' heet en "verspreid op de zolder" werd aangetroffen.
"De twee o’s zijn populair: oorlog en Oranje", zegt woordvoerder Jacqueline van Walbeek. "Daarnaast wordt ook het CDA-archief veel aangevraagd." Vanaf vandaag zijn de notulen van de werkgroep Homofilie openbaar, dertig jaar geleden een omstreden thema in de christelijke partij.
Er zijn dit jaar een dertigtal mensen op Openbaarheidsdag afgekomen. Dat zijn onderzoeksjournalisten die zelf in de papieren duiken, maar ook collega’s die reportages over hen maken. Historici volgen meestal de dagen erna, als de media-aandacht is geluwd.
Hoewel de topstukken populair zijn, verloopt het uitlenen ordelijk. "Iedereen heeft iets van eigen gading", aldus Van Walbeek. "Er was een meneer uit Friesland die heel veel heeft aangevraagd, maar die was vandaag verhinderd door de ijzel."
Wat het oplevert, is elke keer weer afwachten. Wie het witte lint van de grijsblauwe omslagen trekt, begint aan een archeologische tocht op papier. Het turen naar priegelige handschriften, vage doorslagen van brieven of ellenlange verslagen van bijeenkomsten hoeft niet elke keer iets op te leveren.
Verbaasd
Van Walbeek hoopt dat door Openbaarheidsdag ook de gewone burger de weg naar het archief weet te vinden. "Mensen zijn verbaasd als ze telegrammen van Wilhelmina mogen aanraken. In een museum mag dat niet. Dat is het mooie van een archief: dichter bij de geschiedenis kun je niet komen."
"We hopen dat in de toekomst mensen denken: hé, ik ben in Den Haag en verveel me een uurtje, ik ga naar het archief."