Migranten in Bosnische vrieskou luiden de noodklok: 'Help ons alsjeblieft'
Lennard Swolfs
redacteur Buitenland
Lennard Swolfs
redacteur Buitenland
Duizenden migranten in Bosnië-Herzegovina leven in vluchtelingenkampen onder zeer slechte omstandigheden. "Ik heb al weken niet kunnen douchen of warm gegeten", zegt een van de migranten tegen de NOS. Met de aangebroken winter en temperaturen onder nul waarschuwen de Verenigde Naties dat er dringend behoefte is aan fatsoenlijk onderdak.
De NOS sprak met meerdere migranten die bivakkeren op de plek waar eind december het tijdelijke kamp Lipa afbrandde. Dat kamp ligt bij de stad Bihac, in het noordwesten van Bosnië. Het is formeel gesloten, maar er zijn nog altijd mensen.
Zo'n 1400 migranten verbleven in kamp Lipa. De brand heeft het kamp bijna volledig verwoest en veel migranten raakten dakloos. Volgens de politie is de brand uit protest aangestoken. Het kamp zou gesloten worden en de bewoners vreesden dat ze het op een andere locatie nog slechter zouden hebben.
'We zijn geen dieren'
Lokale autoriteiten weigerden een nabijgelegen opvangcentrum in Bihac te heropenen en daarom keerden honderden migranten noodgedwongen terug naar het afgebrande kamp. De 36-jarige Iman Amini uit Iran is een van hen. "Het is moeilijk overleven in deze vrieskou zonder warm water, elektriciteit en voldoende te eten", zegt hij.
Amini slaapt in een kantoor van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) van de VN, maar ziet weinig verbetering. "De kou is ondraaglijk en er zijn maar weinig organisaties die voldoende hulp bieden. We hebben een veilig en warm onderkomen nodig. We zijn toch geen dieren? Help ons alsjeblieft."
Amini laat in de video zelf zien onder welke omstandigheden hij en anderen nu leven:
Het Bosnische leger heeft afgelopen weekend twintig nieuwe, verwarmde tenten opgebouwd op de locatie van het voormalige kamp Lipa. Deze zouden goed zijn voor de opvang van zo'n 900 migranten.
Toch zijn er in de regio nog zo'n 1500 migranten zonder fatsoenlijk onderdak, zoals de 28-jarige Safi Ghafoori. Hij probeerde na de brand in kamp Lipa naar Bihac te gaan, maar het leger blokkeerde de wegen. Nu slaapt hij met tien anderen in een zelfgebouwde tent in de bergen.
Dit is de geïmproviseerde slaapplaats van Ghafoori:
Ghafoori ontvluchtte vier jaar geleden zijn thuisland Afghanistan, onder meer vanwege de terreur van de Taliban. Sinds acht maanden is hij in Lipa. "Ik voel me erg slecht en de kou zorgt ervoor dat ik vaak moe ben en niets kan doen. Sinds ik hier ben, heb ik nog geen enkele keer een warme douche kunnen nemen."
Ghafoori vertelt dat er wel een aantal hulporganisaties zijn die slaapzakken brengen en voedsel uitdelen. Het Rode Kruis is een van de organisaties die actief is in het gebied. "Als ontbijt krijgen we blikjes tonijn met een snee brood, maar wat we vooral nodig hebben is betere opvang."
Naar Kroatië
Amini en Ghafoori hebben al meerdere keren geprobeerd om de grens naar Kroatië over te steken, in de hoop om West-Europa te bereiken. Maar bij de grens worden ze, net als de duizenden andere migranten, keer op keer opgewacht door de Kroatische politie en teruggebracht naar Bosnië.
"De politie heeft me laatst opgepakt bij de grens en in elkaar geslagen", zegt Ghafoori. "Vervolgens hebben ze mijn spullen afgepakt, zoals mijn schoenen en jas. In die toestand hebben ze me teruggestuurd."
EU-steun
De Europese Commissie zegde onlangs nog 3,5 miljoen euro toe voor humanitaire hulp in Bosnië. Dit komt bovenop de 4,5 miljoen euro aan hulp die in april al werd toegezegd. Dit extra geld is bedoeld voor warme kleding, dekens en voedsel. Ook gaat een deel van het geld naar coronazorg.
Ondertussen blijven Amini en Ghafoori hopen op een betere toekomst. "Ik ben zelf gevlucht uit mijn thuisland en dus moet ik de gevolgen daarvan accepteren", vertelt Ghafoori. "Toch hoop ik dat ik ooit kan leven zoals normale mensen, zonder problemen en oorlog. Ik zal blijven proberen de grens naar Kroatië over te steken. Iedere keer opnieuw, totdat het me lukt."