Van Gaal over beginjaren bij Ajax: 'Ik had ontslagen kunnen worden'
"Wij zijn de beste! Wij zijn de beste! En niet alleen van Amsterdam, maar ook van ... Rotterdam! En ook van .... Eindhoven! En ook van ... Europa! En nu zijn we de beste van de... wereld!"
Ajax-trainer Louis van Gaal wilde niet zozeer een sneer uitdelen op die novemberavond in 1995, zo verzekert hij zaterdagavond in Andere Tijden Sport. Hij somde simpelweg de feiten op na de zege van zijn ploeg in de wereldbeker. "Het was allemaal waar wat ik zei."
Maar de emoties die daar loskwamen, op het Museumplein in Amsterdam, waren een gevolg van jarenlange noeste arbeid. Arbeid waarvan in de beginjaren nog onduidelijk was of het überhaupt beloond zou worden. Zijn ontslag als trainer van Ajax was ooit dichterbij dan zijn latere succes, zo meent Van Gaal.
"Ik heb een heel moeilijk eerste jaar gehad. Ik nam het over van Beenhakker en ik had natuurlijk een andere visie dan Leo. Ik trainde ook anders."
Er was kritiek vanuit de spelersgroep op de werkwijze van de nog onervaren hoofdcoach. Met name in het najaar van 1991, amper drie maanden na zijn aanstelling. "Het is duidelijk dat het niet soepel verliep."
Osasuna uit
"Osasuna uit. Dat we die ronde doorkwamen, was wel heel belangrijk. Dat gevoel heb ik nog steeds. Als wij die wedstrijd zouden hebben verloren, denk ik dat het weleens zo ver had kunnen gaan dat ik ontslagen had kunnen worden", blikt Van Gaal terug op het duel in november 1991, in de achtste finales van de UEFA Cup.
De toenmalige voorzitter van de Amsterdamse club, Michael van Praag, ontkent dit echter. "Wij hebben die discussie niet gevoerd. Dat was zijn gevoel."
Het was wel zo dat Ajax een ronde eerder slecht was begonnen aan de uitwedstrijd tegen Rot-Weiss Erfurt. Bij een 1-0 stand gingen de teams rusten. Van Gaal hield in de kleedkamer een donderpreek die tot ver buiten de kleedkamer te horen was.
De fysiotherapeut van de Duitse club filmde het tafereel en zette het decennia later op YouTube. Hieronder de beelden (en de audio).
Ajax won het duel nog, het werd 1-2. Maar die omgangsvormen van Van Gaal, het veelvuldig verheffen van zijn stem, werden moeilijk geaccepteerd door de spelers. Penningmeester Arie van Os voelde aan dat er actie ondernomen moest worden en sprak de spelersgroep toe.
'Niemand stak zijn vinger op'
"Ik heb gezegd: het bestuur heeft de indruk dat jullie niet goed willen luisteren naar Van Gaal, dat jullie hem niet zien zitten, maar ik heb nieuws voor jullie: Van Gaal blijft. En als jullie het nodig vinden om het daar niet mee eens te zijn, prima, steek je vinger maar op, dan zal ik zorgen dat jullie naar een andere club kunnen", aldus Van Os.
"Niemand stak zijn vinger op. Toen zei ik: hierbij is het gesprek geëindigd. Jullie staan achter Van Gaal en wij ook. En vanaf toen was het alleen maar hosanna."
Want dat was het eigenlijke startpunt van zes gloriejaren, waarin Ajax onder Van Gaal nog datzelfde seizoen de UEFA Cup won (1992) en later de Champions League (1995) en de wereldbeker voor clubteams (1995).
Dat Van Gaal een moeilijke start kende bij Ajax had ook te maken met de financiële situatie van de club. "Er was geen geld meer, het was op", blikt Van Os ruim 25 jaar na het Amsterdamse succes van 1995 terug.
Failliet
Van Gaal kan zich ook nog herinneren dat Ajax op alles moest beknibbelen. "Ik wist dat Ajax failliet was, we konden nog geen kerstkaart schrijven." De oud-trainer bedoelt het letterlijk; er werd ooit 800 gulden uitgespaard door een keer geen kerstkaarten te versturen.
Van Os: "Ik zat elke maandag na de lunch, om een uur of één, met Van Gaal op zijn kamer. Ik had een boek bij me en daarin stonden alle contracten van de spelers. En dan zei ik tegen Louis: we gaan even de spelers doornemen."
In die jaren was het zo dat als een speler van Ajax doorverkocht kon worden, de winst voor slechts vijftig procent gebruikt kon worden om te investeren in nieuwe spelers. De rest ging op aan het wegwerken van schulden, die waren ontstaan als gevolg van wanbeleid in de jaren daarvoor (en de daaropvolgende FIOD-affaire).
Omdat er nauwelijks geld was, moest Ajax creatief zijn. "Dat was de reden dat we in Scandinavië gingen scouten en in Nigeria. Omdat daar goedkope spelers waren", verklaart Van Gaal.
Zo kwamen onder anderen Jari Litmanen, Finidi George en Nwankwo Kanu in Amsterdam terecht.
"En dat was ook de reden waarom we heel veel jeugd hebben laten doorstromen, want anders hadden we geen spelers gehad. Het is eigenlijk ongelooflijk dat het zo geculmineerd is in zoveel succes. Maar zo was het toen."