Week na afbranden kamp in Bosnië verblijven migranten buiten in vrieskou
In Bosnië verblijven zo'n 900 migranten al een week in barre omstandigheden in een afgebrand opvangkamp. Er is geen water, geen elektriciteit en er zijn geen warme, droge plekken waar mensen kunnen slapen. Veel mensen, onder wie ook kinderen, overnachten in het bos en zoeken daar hout om vuur te maken. Hulporganisaties en de Europese Unie luiden de noodklok.
Vorige week werden de tenten en andere onderkomens van ongeveer 1400 mensen in het Lipa-kamp verwoest door brand, die vermoedelijk is aangestoken. Het kamp werd opgezet toen de grenzen dichtgingen vanwege de coronapandemie en zou vorige week sluiten.
Aanvankelijk moesten de achtergebleven migranten met bussen naar een tijdelijk onderkomen worden gebracht. Maar de voertuigen werden tegengehouden vanwege onenigheid tussen overheidsinstanties, regionale autoriteiten en de lokale bevolking. Een migrant uit Pakistan vertelde persbureau Reuters dat hij tevergeefs 36 uur in de bus heeft zitten wachten.
Humanitaire crisis
Hulporganisaties en de Europese Unie waarschuwen voor een humanitaire crisis, als deze migranten hun basisbenodigdheden niet krijgen. "Honderden mensen hebben buiten geslapen rondom het kamp, terwijl het vroor en ze geen water, voedsel en dekens hebben", schrijven hulporganisaties in een gezamenlijke verklaring.
In de afgelopen jaren probeerden duizenden mensen, onder meer uit de conflictgebieden Afghanistan en Syrië, via Bosnië Europa binnen te komen om daar asiel aan te vragen. Maar veel migranten kunnen Bosnië niet meer uit.