RKC-doelman Lamprou lijkt beter dan ooit: 'Superblij met die statistiek'
Vier doelpunten had-ie zaterdag om zijn oren gekregen tegen PSV. Geen wonder dat RKC-doelman Kostas Lamprou de volgende ochtend niet in opperbeste stemming verkeerde. "Ik ben eerlijk gezegd wel chagrijnig wakker geworden", vertelt de Griek die sinds zijn dertiende in Nederland woont en keept. "Maar het leven gaat door, hè?"
Het waren echter vooral fouten van ploeggenoten waardoor de Waalwijkse formatie na een goed begin toch met 4-1 de bietenbrug op ging. De 29-jarige sluitpost zelf viel niet zo gek veel te verwijten. Integendeel, met een paar fraaie reddingen voorkwam hij erger. Zoals hij eigenlijk al het hele seizoen prima presteert.
5,2 goals voorkomen
Dat zien de RKC-volgers met hun eigen ogen, maar dat staven ook de cijfers. Mensen met verstand van statistieken hebben uitgevlooid dat Lamprou minder vaak heeft hoeven vissen dan je op basis van de zogenaamde 'Expected goals tegen' zou mogen verwachten.
Kijkend naar de ballen die op het RKC-doel zijn afgevuurd in de eerste dertien competitieduels van het seizoen, zou het niet vreemd zijn geweest als de sluitpost 30 doelpunten (of 29,5 om het nog preciezer aan te duiden) had moeten incasseren. In werkelijkheid zijn het er echter 24. En dus heeft Lamprou 5,5 goals voorkomen. Alleen Remko Pasveer van Vitesse kan nog betere cijfers overleggen.
"Ik volg niet alle statistieken, al zie ik wel links en rechts dingen voorbijkomen", reageert Lamprou. "Maar ik ben enorm blij dat te horen. Dat geeft mij alleen maar kracht om nog harder te werken. Superblij, voor het team, maar ook voor mezelf."
De inbreng van de doelman - en ook die van aanvaller Ola John, een andere zomerse aankoop - heeft ertoe geleid dat RKC er veel beter voor staat dan vorig seizoen. Ook toen liet de ploeg van trainer Fred Grim vaak goed voetbal zien, maar de resultaten bleven daar ver bij achter.
Slechtste zes
Dat had onder meer te maken met het povere optreden van de doelmannen Kees Heemskerk, die 2,3 tegengoals meer dan verwacht kreeg te verwerken, en Etienne Vaessen (5,1 tegengoals meer). Het leverde het duo een plaatsje op bij de zes slechtste eredivisiekeepers van die jaargang.
RKC is er dus flink op vooruitgegaan met Lamprou, die beter dan ooit lijkt te zijn. "Ja, misschien wel. Ik ben fit, voel me heel goed en heel zeker en ik heb gewoon plezier. En we trainen op een goed niveau. Ik ben hier op mijn plek, zou je kunnen zeggen. Verder is het een kwestie van geconcentreerd blijven en elke wedstrijd alles geven."
Na enkele seizoenen op de reservebank te hebben vertoefd bij Ajax (twee) en Vitesse (één) tekende Lamprou eind juni voor één jaar in Waalwijk. "Ik had drie jaar vrij weinig gespeeld. Zelf vond ik dat het nu echt tijd was om onder de lat te staan en weer te laten zien wat ik kan. En dat heeft tot nu goed uitgepakt. Hartstikke mooi."
Wennen
Heel gemakkelijk om de draad weer op te pakken was het niet, merkte de Griek, die ook jarenlang bij Feyenoord tweede viool speelde voordat hij drie seizoenen het doel van Willem II verdedigde. "In de voorbereiding was het nog wel wennen. Ik voelde toen ook dat ik nog niet op mijn niveau was. Maar ik heb hard gewerkt - en dat blijf ik ook doen."
"Belangrijk was dat de eerste wedstrijd tegen Vitesse meteen goed ging, ook al verloren we. Ik had een paar goede reddingen. En belangrijk is natuurlijk ook dat ik het vertrouwen heb gekregen en nog steeds krijg. Dat geeft een enorme boost. Ik kan gewoon niet wachten tot het weer weekend is om lekker te gaan voetballen."
Van zijn reserverol in Amsterdam en Arnhem heeft Lamprou echter geen spijt. Integendeel, hij is daar juist een betere doelman van geworden, durft hij te beweren. "Ja, honderd procent. Het niveau is bij die clubs enorm hoog. Ik speelde weinig, maar ik trainde met topspelers. En ook op mentaal gebied heb ik stappen gemaakt, vind ik."
Afstand nemen
Dat mag hij dit kalenderjaar nog één keer laten zien: vanavond op bezoek bij Fortuna Sittard, de nummer veertien van de ranglijst die met twee punten minder maar één plaatsje onder RKC staat.
"We moeten punten halen, willen we afstand nemen van de directe concurrenten", verwijst Lamprou naar de strijd in de kelder van de eredivisie, waaruit dit seizoen twee clubs direct degraderen en de nummer zestien in de nacompetitie terechtkomt. "Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar we hebben bewezen dat we uit ook goed kunnen spelen."