Premier Rutte: kerstshoppen wordt zo veel mogelijk ontmoedigd
Het kabinet gaat het doen van kerstinkopen in winkels de komende tijd zo veel mogelijk ontmoedigen. Net als de Tweede Kamer wil premier Rutte voorkomen dat het weer net zo druk wordt in de winkelstraten als met Black Friday, anderhalve week geleden. Toen waren er veel te veel mensen op straat en dat heeft mogelijk geleid tot de recente stijging in het aantal coronabesmettingen.
In het debat over de coronamaatregelen zei Rutte dat minister Grapperhaus van Justitie met de burgemeesters van de veiligheidsregio's een plan van aanpak gaat opstellen. Mogelijke maatregelen zijn het sluiten van parkeergarages en het instellen van een verplichte looprichting in winkelgebieden. Ook het toezicht wordt verbeterd.
De ministers Grapperhaus en Wiebes (Economische Zaken) gaan om de tafel zitten met de detailhandel. Die moeten zich strenger gaan houden aan de regels voor het maximaal aantal mensen in winkels.
Kerstdagen worden ontzien
Gisteren zei Rutte op de persconferentie dat het kabinet nog voor de Kerst strengere maatregelen overweegt, als de cijfers zo slecht blijven. Vanavond voegde hij daaraan toe dat die aanscherpingen dan niet zullen gelden voor de Kerstdagen. "Die zullen we ontzien", zei Rutte. Het is de bedoeling dat mensen tijdens de feestdagen dan niet meer dan drie gasten per dag uitnodigen. Die regel geldt nu ook.
Ook de Tweede Kamer wil voorkomen dat de drukte van Black Friday zich herhaalt. PvdA-leider Lodewijk Asscher zei niet blij te zijn met de aanpak die het kabinet gisteren presenteerde in de persconferentie. "De boodschap was: het gaat slecht en we doen niets. En dat is niet verstandig."
Echte zwarte vrijdag
Ook VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff kijkt met zorg naar de komende week, maar vindt dat het vooral aan burgemeesters is om maatregelen te nemen. "Daar heb je het kabinet niet voor nodig." Volgens Dijkhoff hebben de Nederlanders zich rond het koopjesfestijn Black Friday collectief een dagje uit gegund. "Zo hebben we er een echte zwarte vrijdag van gemaakt."
CDA-fractievoorzitter Pieter Heerma vindt het net als veel andere Kamerleden niet uit te leggen dat mensen wel massaal naar bouwmarkten en tuincentra kunnen, terwijl de cafés en restaurants nog steeds dicht zijn.
Valse hoop
PVV-leider Geert Wilders wil dat de horeca per direct weer geopend wordt. Volgens hem is dat juist goed voor het aantal besmettingen, zoals ook staat in een interne notitie van het ministerie van Economische Zaken die gisteren uitlekte. Volgens het kabinet was dat een "onvoldragen" analyse, maar Wilders vond het juist "een logisch verhaal en de waarheid."
Andere partijen, zoals de VVD en de PvdA, verweten Wilders dat hij daarmee de horecaondernemers valse hoopt biedt. Toch willen ook zij dat er meer wordt gedaan voor de ondernemers, bij wie vaak het water aan de lippen staat.
Wiebes: voldoende gedaan voor horeca
Minister Wiebes van Economische Zaken is van mening dat het kabinet voldoende doet voor de horeca, nu er vandaag een nieuw steunpakket is gepresenteerd. Daardoor krijgen de ondernemers meer van hun vaste lasten vergoed.
"De overheid kan niet alles vergoeden", zei Wiebes. Hij wees erop dat horecaondernemers ook minder kosten maken, nu hun bedrijven stilliggen. Zo hoeft er minder gestookt en schoongemaakt te worden. Ook veel verhuurders en brouwerijen vragen minder geld.
En volgens de minister krijgt de horeca hoge bedragen. "Een café krijgt dit kwartaal gemiddeld 25.000 euro steun en voor een middelgroot restaurant gaat het om meer dan een ton", rekende hij voor.
Minder testpersoneel door vaccinaties
Als er vanaf januari gevaccineerd gaat worden, kan dat tijdelijk ten koste gaan van de testcapaciteit, zei minister De Jonge van Volksgezondheid. Omdat de GGD's nog geen extra personeel beschikbaar hebben, kan het zijn dat een deel van de mensen die nu testen uitvoeren, ingezet worden om vaccinaties te doen.
Vooral de linkse oppositiepartijen zijn bang dat er uiteindelijk te weinig personeel beschikbaar is om de grote vaccinatie-operatie uit te voeren. GroenLinks-leider Jesse Klaver noemde het "van de gekke" dat De Jonge geen antwoord kon geven op de vraag hoeveel mensen er worden opgeleid en of de opleiding al begonnen is.