Nog vijf besmettingen met westnijlvirus in regio Utrecht
In de regio Utrecht zijn nog eens vijf mensen besmet met het westnijlvirus. Dat blijkt uit cijfers van het Europees Centrum voor ziektepreventie- en bestrijding (ECDC). Half oktober werd bekend dat er een eerste besmetting was vastgesteld in Nederland, bij een man die het vermoedelijk ook in de buurt van Utrecht had opgelopen.
Het virus komt voor bij vogels en kan via muggen op mensen worden overgedragen, vooral in de zomer. Het wordt niet van mens op mens overgebracht.
De meeste mensen die het virus oplopen (80) procent) worden niet ziek en de meeste anderen hebben slechts milde symptomen zoals koorts of griepverschijnselen. Alleen al kwetsbare, vaak oudere mensen kunnen een hersenontsteking oplopen.
Grasmus
De nieuwe besmettingen zijn naar buiten gebracht door het Platform Stop Invasieve Exoten. Dat vindt dat het RIVM de besmettingen actief bekend moet maken. Het instituut zelf vindt dat niet nodig; bij het eerste geval werd daar wel melding van gemaakt.
Het westnijlvirus komt in Europa vooral voor in zuidelijke landen. Ook in het oosten van Duitsland komt het relatief vaak voor. Tot begin deze maand waren er in Europa ruim 300 besmettingen bij mensen bekend.
In augustus werd het virus voor het eerst in Nederland gevonden, bij een grasmus in een natuurgebied bij Haarzuilens.