Pro-Turkije-kandidaat Tatar wint verkiezingen Noord-Cyprus
De verkiezingen in het noordelijke Turks-Cypriotische deel van Cyprus zijn gewonnen door de pro-Turkse nationalist Ersin Tatar. Hij kreeg 52 procent van de stemmen.
In een toespraak zei hij dat hij de vastgelopen onderhandelingen over een vorm van hereniging met de Republiek Cyprus wil hervatten. Voorwaarde is dat Griekenland en de Grieks-Cyprioten de Turkse belangen in de regio erkennen.
"Als onze Griekse en Grieks-Cypriotische vrienden de strategische, economische en sociale verhoudingen in onze regio correct analyseren, is het makkelijk een worden", zei hij. Maar als de Grieks-Cyprioten hun onbuigzame houding niet opgeven, houden wij vast aan onze rechten." Met dat laatste doelt hij op een eigen staat voor de Turks-Cyprioten.
Zijn tegenstander Akinci streefde naar hereniging van beide bevolkingsgroepen binnen één staat. Hij bleef in de verkiezingsuitslag op 48 procent steken.
"Eerlijker" koers
Tatar spoorde de EU en de Verenigde Naties aan om bij hun bemiddelingspogingen een "eerlijker" koers te gaan varen. De internationale gemeenschap erkent de Turkse Republiek Noord-Cyprus niet. "Jullie kunnen de rechten van de Turks-Cyprioten niet langer negeren."
De Turkse president Erdogan heeft Tatar met zijn overwinning gefeliciteerd. "Turkije zal alles doen om de rechten van de Turks-Cyprioten te verdedigen", zei hij op Twitter.
Staatsgreep
De Republiek Cyprus is sinds 1974 in een noordelijk en zuidelijk deel verdeeld. In dat jaar pleegden voorstanders van aansluiting bij Griekenland een staatgreep. In een reactie bezetten Turkse troepen het noordelijk deel om de belangen van de Turks-Cyprioten daar te beschermen. Zij riepen hun eigen republiek uit die alleen door Turkije wordt erkend.
De VN probeert al bijna vijftig jaar vergeefs om een hereniging tot stand te brengen. De verwachting is dat VN-secretaris-generaal Guterres een nieuwe poging zal doen nu de Turks-Cyprioten Tatar tot president hebben gekozen.
Op de achtergrond speelt het conflict over de Turkse boringen naar olie-en gasvoorraden in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Die liggen volgens het internationaal recht in wateren die bij Griekenland en de Republiek Cyprus horen.