Regeling voor levensbeëindiging bij kinderen, 'ongelooflijk ingewikkeld probleem'
Het kabinet kiest ervoor om in de nabije toekomst een regeling te hebben voor actieve levensbeëindiging bij kinderen tussen 1 en 12 jaar. Een grote meerderheid van kinderartsen is daarvoor, bleek vorig jaar uit onderzoek. Het besluit leidt dan ook tot opluchting bij artsen, al zijn er ook bezwaren.
Nu is actieve levensbeëindiging voor kinderen onder de twaalf verboden, omdat kinderen tot die leeftijd niet wilsbekwaam zijn. Die wilsbekwaamheid is in Nederland een essentiële voorwaarde voor euthanasie. Er bestaan wel regelingen voor levensbeëindiging van baby's en kinderen ouder dan 12 jaar.
'Niet erg mooi'
Hoogleraar kindergeneeskunde Eduard Verhagen van het UMCG leidde vorig jaar het onderzoek onder kinderartsen en zat daarna in de adviescommissie over een mogelijke regeling. "In de vier jaar dat we onderzoek gedaan hebben, is achterhaald hoe het sterven van kinderen in de leeftijd van 1 tot 12 jaar precies gaat. Dat bleek niet op alle fronten erg mooi te zijn. Er was duidelijk aanleiding voor verbetering."
Ouders en artsen hebben op dit moment alleen de mogelijkheid om te kiezen voor palliatieve sedatie, het afzien van medische behandeling, of versterven (stoppen met eten en drinken). Deze opties kunnen de dood bespoedigen, maar het stervensproces van een kind kan dan nog dagen tot zelfs weken duren.
Transparantie
Naar schatting komen vijf tot tien kinderen per jaar in aanmerking voor de nieuwe regeling. Het gaat om ongeneeslijk zieke kinderen die ondraaglijk lijden en bij wie palliatieve zorg (pijnbestrijding) niet veel verlichting biedt. Kinderen die binnen afzienbare tijd dood zullen gaan. In de meeste gevallen lijden deze kinderen aan kanker of een stofwisselingsziekte.
"De vraag is dan: moeten we voor zo'n kleine groep kinderen iets gaan regelen of niet? Met de uitkomst ben ik blij, omdat we hiermee een stap zetten in de richting van transparantie en de rechtszekerheid die daarbij hoort voor artsen. Ook de gesprekken tussen artsen en ouders krijgen een veel duidelijker karakter", aldus Verhagen.
Exact dezelfde logica zal van toepassing worden op andere groepen.
Maar is er ook kritiek op de keuze van het kabinet. Het zou een voorbode kunnen zijn van actieve levensbeëindiging bij andere wilsonbekwame mensen, zoals ernstig dementerenden. Dat zegt Theo Boer, medisch ethicus aan de Protestantse Theologische Universiteit. "Ik snap de logica, maar exact dezelfde logica zal van toepassing worden op andere groepen voor wie actieve levensbeëindiging nu niet is toegestaan."
"Ik vind het een uitermate onverstandige beslissing, omdat we levensbeëindiging in Nederland zwaar hebben bevochten als zijnde op verzoek van de betrokkene. Daar hebben we in binnen- en buitenland vertrouwen mee gewekt. Die consensus - dat je het alleen doet bij mensen die er uitdrukkelijk om kunnen vragen - is aan het afbrokkelen."
'Voor het OM verantwoorden'
In plaats van een regeling, die kinderartsen in het algemeen meer vaste juridische grond onder de voeten biedt, ziet Boer liever een afzonderlijke rechtsgang. "Als zo'n uitzonderlijke situatie zich voordoet, moet de arts zich desnoods voor het Openbaar Ministerie verantwoorden over zo'n beslissing. Voor de vraag om levensbeëindiging heb ik heel veel begrip. Ik heb zelf kinderen."
Verhagen beaamt dat er verschillende meningen over de toekomstige regeling bestaan. "Ik weet dat er heel veel discussie over is, en is geweest, en dat begrijp ik ook. Het is een ongelooflijk ingewikkeld probleem. Zeker als het om kinderen gaat."