Kruijswijk hoopt seizoen op te leuken in de Giro: 'Conditioneel zit het goed'
Eind augustus voelde het kopmanschap in de Giro d'Italia nog als een schrale troost voor Steven Kruijswijk. Na een val in de Dauphiné moest hij zich afmelden bij de ijzersterke Jumbo-Visma-ploeg voor de Tour de France. Vanaf morgen krijgt Kruijswijk in Italië een herkansing om zijn seizoen 'op te leuken', zoals hij het zelf noemt.
"Ik ben er wel heel gemotiveerd voor om hier te laten zien wat ik in de Tour wilde laten zien", zegt Kruijswijk voor zijn achtste Giro d'Italia. "Voor mij was het een grote teleurstelling dat ik daar niet aan de start kon verschijnen. Gelukkig heb ik met de Giro echt een hele mooie kans om resultaat te boeken."
Scheurtje schouderkop
Kruijswijk moest in september vanaf de kant toekijken hoe zijn ploeg, waarin hij eigenlijk een van de drie kopmannen zou zijn, domineerde in de Tour (en uiteindelijk net niet won). Tegelijkertijd herstelde hij van zijn verwondingen. Er zat een scheurtje in zijn schouderkop en hij zat onder de schaafwonden.
"De schouder is nog niet honderd procent in orde. Maar conditioneel zit het wel goed", vertelt Kruijswijk.
De kopman van Jumbo-Visma vindt het moeilijk om in te schatten wat zijn niveau is, omdat hij sinds 15 augustus geen wedstrijd meer gereden heeft. "Het enige vraagteken is mijn fysieke gesteldheid. Ik heb vorig jaar in de Tour laten zien dat het podium binnen mijn bereik ligt (Kruijswijk werd toen derde, red.). Het is even aftasten hoe de eerste week gaat, maar anders blijft de ambitie zeker wel om hier voor het podium te gaan."
In de Giro zal de Jumbo-Visma-ploeg zich in ieder geval niet zo nadrukkelijk van voren laten zien als in de Tour, voorspelt Kruijswijk. "We starten hier met een mix van ervaren jongens en debutanten. Je zult ons zeker in het begin niet zo dominant zien rijden als in de Tour. De eerste week zullen we het hier misschien wat meer vanaf tweede lijn bekijken. En dan de kansen pakken als ze komen."
De 103de editie van de Giro d'Italia telt drie individuele tijdritten (64,9 kilometer in totaal). De derde etappe wordt meteen al interessant voor het klassement, want dan ligt de finish bovenop de Etna. Het zwaartepunt voor de klassementsmannen ligt overduidelijk in de laatste week, waarin het parcours de renners onder andere over de Stelvio en de Col d'Izoard voert: bergen waarvan de top ver boven de 2.000 meter ligt.
"Als ik puur naar het parcours kijk, met de tijdritkilometers en de lastige laatste week, dan kan ik daar wel blij van worden", zegt Kruijswijk.
Sneeuwmuur
Een deel van het parcours zal Kruijswijk bovendien bekend voorkomen. In etappe twintig, de laatste loodzware bergrit in deze Giro, gaan de renners de Colle dell'Agnello over. Op die berg liggen op zijn zachtst gezegd geen mooie herinneringen voor de Nederlandse renner.
In de Giro van 2016 leek Kruijswijk op weg naar de eindzege, tot hij vlak na de top van de Agnello in zijn roze trui op volle snelheid in een sneeuwmuur reed. De val, die iedere wielervolger nog duidelijk op zijn netvlies zal hebben, kostte hem de eindoverwinning. De Italiaan Vincenzo Nibali won die negentiende rit en uiteindelijk ook de Giro.
Kruijswijk weet dat hij die beruchte berg deze editie ook weer over moet, maar daar ligt hij nog niet wakker van. "Ik heb daar geen angst voor, ben daar nu niet mee bezig. Het is één bocht in de 3.500 kilometer die we gaan fietsen. Al die andere kilometers zal ik ook moeten opletten", aldus Kruijswijk.