Kan de Nederlandse economie een tweede lockdown aan?
Het aantal coronabesmettingen neemt toe en volgens het RIVM zitten we in een tweede golf. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland roepen hun leden op om zich beter te houden aan de maatregelen om een tweede lockdown te voorkomen.
Een nieuwe neergang van de economie lijkt in zicht. Beleidsmakers en economen worstelen met de vraag hoe je de economische schade van een tweede golf zo veel mogelijk beperkt.
Een tweede golf met lockdown zal ertoe leiden dat volgend jaar de economie opnieuw krimpt, voorspelde het Centraal Planbureau onlangs. In plaats van een groei van 3,5 procent hebben we dan een krimp van 2,8 procent in 2021. En dit jaar zal de krimp dan groter zijn: 6,1 procent zijn in plaats van 5 procent. Maar dat zijn ramingen omgeven met veel onzekerheden, zegt het CPB er ook meteen bij.
Lastig in te schatten
"Het is nu extreem lastig om de schade in te schatten van een lockdown", beaamt ook Marieke Blom, hoofdeconoom van ING. "Het ligt er maar net aan wat de lockdown inhoudt. Gaan de kinderen bijvoorbeeld wel of niet naar school? Dat is van invloed op de productiviteit van thuiswerkers."
Johan Pouw moest al 60 mensen ontslaan. Zijn touringcarbedrijf, maar ook restaurants met honderden werknemers lagen maandenlang bijna volledig stil door corona. Nog een lockdown zou funest zijn. Toch houdt hij de moed er in:
Het plan is om nu meer regionale maatregelen te nemen en niet meteen 'het hele land dicht te gooien'. Maar in economisch opzicht levert dat minder op dan je zou denken. Want juist daar waar het aantal besmettingen nu sterk stijgt, in de Randstad, wordt een groot deel van ons nationaal inkomen verdiend.
Dus regionale lockdowns treffen waarschijnlijk juist de gebieden waar de economische activiteit het meest opbrengt. Tegelijkertijd zijn bedrijven er nu wel beter op voorbereid. Thuiswerken werd een routine en kwetsbare plekken in de productieketen, zoals de aanvoer van onderdelen, kwamen al eerder bloot te liggen.
De omzetten in bars en restaurants namen zelfs iets toe. De omzetten in kledingzaken liepen wel terug. Maar we denken dat het weer een belangrijker rol speelde: dan ga je liever naar een terras dan naar een winkel.
Een lockdown komt dichterbij naarmate het aantal besmettingen sneller stijgt en de maximumcapaciteit van de zorg in zicht komt. Een van de lessen van de eerste golf is dat economische schade al ontstaat vóórdat de economie met een lockdown deels op slot wordt gegooid.
ING zag bijvoorbeeld dat begin dit jaar bestedingen in enkele branches al naar beneden gingen voordat winkels deurbeleid moesten gaan voeren. Uit voorzichtigheid voor het virus gingen mensen al niet meer naar de winkel. "Maar de reactie hoeft bij een tweede golf niet hetzelfde te zijn als bij de eerste," zegt Blom. "We weten bijvoorbeeld veel meer van het virus. In het voorjaar gingen we er nog van uit dat 20 procent van de mensen die het virus hebben, naar het ziekenhuis moet. Nu weten dat dat één of anderhalf procent is."
De afgelopen weken zag ING zo'n 'voorzichtigheidseffect' nog niet. "De omzetten in bars en restaurants namen zelfs iets toe", aldus Blom. "De omzetten in kledingzaken liepen wel terug. We denken echter dat het weer een belangrijker rol speelde: dan ga je liever naar een terras dan naar een winkel en je hebt het niet koud, dus geen aanleiding om warmere kleding te gaan kopen."
Steunpakketten soberder
Voor het opvangen van economische klappen is door het kabinet veel geld gereserveerd. Ten opzichte van de eerste steunpakketten zijn de regelingen nu soberder, en worden ze afgebouwd. Het kabinet kan zich genoodzaakt zien de pakketten weer uit te breiden, als de tweede golf flink doorzet. Nog meer dan nu zal dan de vraag worden gesteld: welke bedrijven help je wel, en welke niet? Een lastige vraag, want levensvatbaarheid als criterium is ook met onzekerheid omgeven.
"Je weet nu nog niet goed wat straks 'levensvatbaar' zal zijn", zegt Blom. "Het wordt voor een deel bepaald door het beleid dat je nu voert, en hoe dat uitpakt. Wel kun je vaststellen dat er sectoren zijn waarvan de levensvatbaarheid voorlopig veel minder zal zijn dan vóór corona, bijvoorbeeld de luchtvaart."
'Blijf ruimhartig steunen'
Het transport, de horeca en de reisbranche worden het meest genoemd als sectoren waar de schade nu nog enigszins binnen de perken blijft door de steunmaatregelen, maar die het bij een volgende lockdown zwaar te verduren kunnen krijgen.
Blom pleit ervoor ruimhartig te blijven steunen, totdat er meer duidelijk is over hoe de pandemie onder controle kan worden gebracht, bijvoorbeeld als er veel meer getest kan gaan worden. "Het afbouwen van de steun leidt tot extra faillissementen en meer werkloosheid, en het is te makkelijk om te veronderstellen dat dan groeisectoren als vanzelf extra tot bloei komen. In een economie waar de vraag wegvalt, zullen bedrijven niet grootscheeps investeren in nieuwe activiteiten."