Groepsdynamiek brengt Nederlandse sprinters tot bloei: 'Kracht van Papendal'
Het atletiekseizoen is bijna voorbij. We zagen een van de vaandeldragers van de Atletiekunie, Sifan Hassan, het werelduurrecord lopen, maar het was vooral het jaar waarin jonge Oranje-sprinters zich een jaar voor de Olympische Spelen bij de wereldtop voegden.
Femke Bol, Nadine Visser, Jochem Dobber en Lieke Klaver kunnen Nederland volgend jaar in Tokio zomaar een reeks medailles bezorgen. En dan is Dafne Schippers er ook nog.
Bondscoaches zien dat groepsdynamiek werkt
In het Zwitserse Bellinzona, waar de sprinters vorige week de prestigieuze wedstrijd Galà dei Castelli liepen, legden de bondscoaches Laurent Meuwly en Bart Bennema uit wat de basis is voor het huidige succes.
"De aanjagers van de huidige resultaten zijn ons beleid en de groepsdynamiek. Dat is de kracht van Papendal. Het is belangrijk om samen te zijn, van elkaar te leren en synergie te creëren", vertelt de Zwitser Meuwly.
De Nederlandse atleten brachten vanwege het ontbreken van wedstrijden door de coronacrisis veel tijd door op trainingscentrum Papendal. "Dat heeft ons geholpen. Als je minder gemotiveerd bent en anderen hard ziet werken, ga je zelf ook hard werken. Dat was een groot voordeel", aldus Meuwly.
Spectaculaire doorbraak Bol
Ronduit indrukwekkend is de progressie die de 20-jarige Femke Bol heeft geboekt. Ze won dit jaar al haar wedstrijden op de 400 meter horden en zette met 53,79 zelfs de beste tijd van het seizoen neer. Daar moet wel bij vermeld worden dat de Amerikaanse en Jamaicaanse toppers niet in Europa hebben gelopen.
Meuwly: "We hebben aan haar fysieke gesteldheid gewerkt, zodat ze sterk werd. Maar ook aan haar snelheid, conditie en techniek. Ze moet daarin nog veel verbeteren. "
Nadine Visser draait al wat langer mee op de horden, maar nog nooit was de Europees indoorkampioene op de 60 meter horden zo dominant als dit seizoen. Op één race na won ze al haar wedstrijden op de 100 meter horden en ook zij heeft de beste jaartijd (12,68) achter haar naam staan.
Bennema: "Ik vind het mooi. Niet iedereen loopt, maar je bent wel nummer één van de wereld. Ik zie vooral dat ze dingen stabiel weet uit te voeren. Ze is 25, het is doorpakken of hetzelfde blijven. Zij wil vooral doorpakken, zodat ze er de komende drie, vier, vijf jaar, als het er echt weer om gaat, staat."
Dafne Schippers werd dit jaar geplaagd door fysieke problemen, maar liep tussendoor toch goede races. Bennema: "Ze kan de eerste 40 meter niet geven wat we willen. Dat moeten we op orde krijgen en daar heb ik alle vertrouwen in."
En dan komen Jochem Dobber, die dicht bij een grote internationale zege op de 400 meter zit, en Lieke Klaver, dit jaar de snelste Europese vrouw op de 200 meter en vorige week donderdag zegevierend op de 400 meter bij de Diamond League in Rome, er ook nog aan.
Klaver beaamt dat de groepsdynamiek bij de Nederlandse sprinters haar goed doet: "Samen toernooien lopen, geeft me echt energie. Dat heb ik wel gemerkt."