Coronacrisis leidt ook tot recorddaling aantal banen in Nederland
Dat de coronacrisis de Nederlandse economie ongekend hard raakt is al een tijdje duidelijk. Naast de recordkrimp die het Centraal Bureau voor de Statistiek vanochtend bekendmaakte, publiceerde het ook cijfers over corona en de arbeidsmarkt.
Daaruit blijkt dat in Nederland van april tot en met juni van dit jaar in totaal 322.000 banen verdwenen ten opzichte van een kwartaal eerder. Ook dat is volgens het CBS een recorddaling en komt neer op een afname van 3 procent.
En het werkelijke beeld van de arbeidsmarkt is waarschijnlijk nog negatiever. Want een deel van de mensen die de afgelopen tijd wel een baan had, werkte niet of nauwelijks. Zij werden doorbetaald dankzij steun van de overheid via de NOW-regeling. Het CBS schat dat het daadwerkelijk aantal gewerkte uren in het tweede kwartaal met 6,1 procent daalde ten opzichte van de maanden ervoor.
Daling vacatures
Sinds het dieptepunt van 2014 nam het aantal banen gestaag toe en daalde de werkloosheid. Maar daaraan kwam door de coronacrisis abrupt een einde. Werkzoekenden hadden in het tweede kwartaal ook minder te kiezen. Het aantal openstaande vacatures daalde met 26.000 in vergelijking met het kwartaal ervoor.
Nadat de maatregelen tegen de verspreiding van het virus van kracht waren geworden, steeg het aantal werklozen ondanks alle overheidssteun van 277.000 naar 349.000. Sinds 2003 kwam zo'n snelle stijging van het aantal werklozen niet voor.
Flexwerkers geraakt
De cijfers van het tweede kwartaal laten ook zien hoe kwetsbaar de positie van flexwerkers in crisistijd is. Tussen april en juni daalde het aantal werknemers met een flexibel contract met ruim honderdduizend. In totaal waren er eind juni nog 1,7 miljoen flexwerkers. Dat zijn er 272.000 minder dan een jaar eerder.
"De cijfers van CBS bevestigen wat de FNV ook al bijna een half jaar aangeeft: flexibele krachten zijn de eerste slachtoffers van de economische teruggang die sinds half maart is ingezet, ondanks de steunmaatregelen die ook voor hen zijn bedoeld", zegt Tuur Elzinga, vicevoorzitter van vakbond FNV. "De flexibele arbeidsmarkt moet op de schop."
Kelners, winkelmedewerkers en chauffeurs
Er zijn vooral veel minder uitzendkrachten dan vorig jaar, ruim 70.000 in totaal. Dat geldt ook voor zo'n 50.000 oproep- en invalkrachten. Daarnaast valt op dat veel van de getroffen flexwerkers minder dan een half jaar hun baan hadden.
Bijna een vijfde van alle flexwerkers die hun werk kwijtraakten, werkte als kelner of barmedewerker. Ook tienduizenden winkelmedewerkers, chauffeurs en schoonmakers kwamen in de afgelopen maanden thuis te zitten.
Medewerkers met een vaste baan toegenomen
Het aantal werknemers met een vaste baan is niet afgenomen ten opzichte van vorig jaar, maar zelfs toegenomen. Datzelfde geldt voor het aantal zelfstandigen. Maar doordat de groep flexwerkers die hun baan verloor zo groot is, is het totaal aantal werkenden wel lager dan vorig jaar.
De enige bedrijfstakken waar een lichte banengroei zichtbaar was tijdens de coronacrisis, waren de overheid, informatie en communicatie.