Zonderland dacht vroeger: 'Mijn dochter hoeft niet op turnen, te heftig'
Een troostende arm van de ene olympisch kampioen om de schouders van de andere. Terwijl Sanne Wevers vol emotie haar verhaal heeft gedaan over de ophef in het vrouwenturnen en de beschuldigingen aan het adres van haar vader, bijt Epke Zonderland op zijn lip.
De tranen van Wevers komen aan bij Zonderland, zoals ook de getuigenissen van oud-turnsters over fysieke en mentale mishandeling door hun trainers hem raken.
"Schokkend", zo kwalificeert de olympisch kampioen van Londen de recente onthullingen. "Het zijn heftige verhalen, die nu naar buiten komen. Duidelijke signalen dat het toen niet goed was. Of ik de verhalen herken? Specifieke details niet, maar ik ben ook bijna dertig jaar geleden opgeleid. Dat was een andere tijd dan nu, het regime was toen een stuk strenger."
Meisjes harder aangepakt dan jongens
Dat jonge turnsters vaak buitensporig hard aangepakt werden, herkent Zonderland. "Er werd zeker duidelijk aangegeven wat wel en niet goed was, soms werd er geschreeuwd. Er was veel focus op gewicht van de dames. Ik heb ook weleens gedacht: 'Nou, ik hoef later mijn dochter niet op turnen te hebben, te heftig'. Maar daar denk ik nu anders over, nu gaat het prima."
Zonderland, 34 inmiddels en vader van een zoon, stelt dat er een verschil was in de wijze waarop in de turnzaal met jongens en meisjes werd omgegaan. "Het was strenger bij de meisjes. Bij de jongens, in dezelfde hal, was het wat onbevangener. Natuurlijk was het hard werken en werden we gestimuleerd om een tandje bij te zetten. Misstanden heb ik niet gezien, niet bij onze club en voor zover ik dat heb meegekregen ook niet bij andere clubs."
"Het beeld wordt nu geschetst dat het allemaal verkeerd en slecht is. Waar het om gaat, is dat de turnsters het zo hebben ervaren, maar de mooie verhalen sneeuwen nu onder. Het beeld dat dit normaal is in de turnwereld komt niet overeen met mijn ervaring."
De KNGU, ouders en turners zoals ik moeten nu de verantwoordelijkheid nemen
"De KNGU moet nu de verantwoordelijkheid nemen", stelt Zonderland. "Er wordt nu heel erg met de vinger gewezen naar personen die iets verkeerd hebben gedaan. Het was een cultuur, bij meerdere clubs."
De gymnastiekbond moet meer een vinger aan de pols houden, vindt Zonderland. "Ook ouders moeten weten wat er gebeurt in de sporthal. Dat kun je niet verwachten van kleine kinderen, die zijn doodsbang om iets verkeerd te zeggen. Wel van volwassenen, ook turners als ik. Er gebeuren misschien dingen die wij niet weten. Die onderste steen moet boven".
"Het gaat ook om veiligheid", weet Zonderland. "We moeten voorkomen dat er een onveilige trainingssfeer ontstaat of blijft."
Waar eindigt topsport en waar begint mishandeling? In de onthullende documentaire Turn! uit 2019 onderzoekt regisseur en turnmoeder Esther Pardijs hoever zij bereid is te gaan om haar zoon 9-jarige Roman topturner te laten worden.
Terwijl de kijker een inkijkje krijgt in de enorme druk die door trainers en ouders op de turntalenten wordt gelegd, trekt Pardijs een grens. Zonderland kent de documentaire. "Het beeld moet worden bijgesteld. Het keiharde regime vanuit Rusland werd vroeger als voorbeeld genomen, want dat waren de toplanden. Een cultuur waarin meisjes op hun achttiende klaar waren met hun carrière, waarin geen plaats is voor emotie of discussie. We moeten niet denken dat dat dé manier is."
"Wij hebben laten zien dat het ook op een andere manier kan", besluit Zonderland. "Natuurlijk, het is keihard trainen. Maar hier in de zaal zie ik kinderen met een glimlach naar binnen komen. Hard werken kun je ook stimuleren, zonder van alles op te leggen. Als ze ouder worden, komt die motivatie vanzelf. Dat hoeft niet op een gedwongen manier. Dat hebben we wel gezien in mijn generatie."