Van vuilnis prikken tot Premier League: Struijk verwondert zich in Leeds
Oscar van der Horst
redacteur NOS Sport
Oscar van der Horst
redacteur NOS Sport
Bij een van de grootste clubs van Engeland speelt een Nederlander die bijna niemand kent. De 20-jarige Pascal Struijk komt aankomend seizoen met Leeds United uit in de Premier League.
Na vijf duels ziet het leven van de voetballer Struijk er ineens heel anders uit. Door blessures in de selectie kreeg hij plotseling een kans in de hoofdmacht. En die greep hij.
"Ik heb ontzettend veel reacties gekregen op mijn spel", merkte Struijk. "En ook op straat ben ik nu al een paar keer aangesproken door fans. Willen ze met je op de foto. Mooi als je mensen blij kunt maken, daar doe je het toch voor."
Tweeënhalf jaar kon Struijk praktisch anoniem door de straten slenteren van Leeds. "Het is een echte industriestad. Maar het bevalt me hier goed. Hoe vaker je er komt, hoe leuker het eigenlijk wordt."
Als jongen van achttien sloeg Struijk van de ene op de andere dag zijn vleugels uit. Bij Jong Ajax kwam hij als centrale verdediger weinig aan de bak door toedoen van eerst Boy Kemper en later Sven Botman. De Amsterdammers werkten mee aan een tussentijds vertrek.
"Toen Leeds United interesse toonde, kende ik de geschiedenis van de club niet eens", bekent Struijk. "Maar mijn vader heeft me meteen bijgepraat en ook wat video's laten zien. Toen was ik natuurlijk wel overtuigd."
Leeds is drievoudig kampioen van Engeland, met legendes die luisteren naar namen als William Bremner, John Charles en Jack Charlton. Het was de laatste kampioen van de oude First Division, voordat in 1992 de Premier League werd ingevoerd.
Dat zegt de nieuwe generatie echter niets. Leeds bracht de laatste zestien jaar door op lagere niveaus, vocht vooral voor zijn bestaansrecht.
Topclub
Het had anders moeten lopen, zeker toen de club rond de eeuwwisseling met talenten als Jonathan Woodgate, Ian Harte en Harry Kewell de halve finale van de Champions League bereikte. Maar waar de miljoenen binnenstroomden, vlogen ze er nog harder uit.
"Het is nog steeds een ontzettend grote club. Gewoon een topclub, dat merk je aan alles", zegt Struijk. "Het heeft ook echt heel wat losgemaakt dat we promoveerden. Bij de fans natuurlijk, maar ook bij tegenstanders. Ze vinden het aan de ene kant leuk om weer tegen ons te spelen, maar je merkt ook dat we echt worden gehaat."
Ook in denken is Leeds altijd groot gebleven. Zo werd de Argentijn Marcelo Bielsa aangesteld als manager.
Toptrainer Pep Guardiola ziet Bielsa als zijn voorbeeld, misschien wel de allerbeste. Maar ondanks het mooie voetbal en zijn voor velen inspirerende denkwijze, is de titel met Leeds pas het eerste kampioenschap van Bielsa in Europa. Zijn bijnaam is El Loco, de gek.
Bijzondere trainer
"Bielsa kwam toen ik hier net een halfjaar zat", weet Struijk nog goed, om daar gedecideerd aan toe te voegen: "hij is een van de beste trainers ter wereld."
"Hij weet echt alles. Van elke ploeg, van elke speler. Hij wisselt ook veel. Brengt spelers erin, haalt ze er soms ook snel weer uit. En dan werkt het ook nog allemaal. Heel bijzonder. Vooral ook het contrast met wat ik in Nederland gewend was van trainers."
Als de 65-jarige coach zijn aflopende contract verlengt - de gesprekken zijn gaande - gaat voor veel voetballiefhebbers de wens in vervulling om hem met zijn radicale spelopvattingen ook eens in de sterkste competitie van de wereld te zien. Maar je weet het dus nooit bij die Bielsa, die in Marseille al eens na één speeldag vertrok.
"De verhalen uit de media over hem zijn bij velen wel bekend", zegt Struijk, die ook zelf al eens ondervond hoe Bielsa aan zijn reputatie komt. "Na een training moesten we ineens met zijn allen het complex schoonmaken. Stonden we met de hele selectie met prikkers en vuilniszakken in de hand de boel op te ruimen. Gewoon om de discipline even aan te halen."
Dikke knuffel
En niemand stribbelde tegen, daar kwam Bielsa na afloop van het seizoen nog op terug.
"Ik had vooral zakelijk contact met hem. Maar na het kampioenschap kreeg iedereen van hem een dikke knuffel. Hij bedankte ons ook dat we zijn werkwijze accepteerden, dat hij onze manager mocht zijn. De trainingen zijn zwaar. Veel rennen en alles op honderd procent. Hij is ongelofelijk veeleisend, maar op een goede manier."
Typerend waren de woorden van Bielsa toen Struijk zeer verdienstelijk debuteerde. "Ik merkte wel dat hij tevreden was, maar liever benadrukte hij wat er volgende keer beter moet. Hij is streng en direct. Wie niet alles geeft, is zijn plekje zo weer kwijt."
Na twee jaar bij de onder 23 en een halfjaar als volwaardig lid van de A-selectie kan Struijk niets anders dan tevreden zijn. "Ik had nooit durven denken dat ik nu hier zou staan in mijn carrière. Ik heb me persoonlijk enorm kunnen ontwikkelen. Het komend jaar hoop ik veel wedstrijden te kunnen spelen."
Talenten
Grote vraag is natuurlijk of er komende zomer met miljoenen wordt gesmeten, nu de televisiegelden rijkelijk binnen vloeien, of dat Leeds het aandurft met de vele talenten - zoals Struijk - die de topclub in wederopbouw de laatste jaren (deels) zelf heeft opgeleid.
Veel Nederlanders gingen Struijk voor bij Leeds. Nog steeds denken ze met weemoed terug aan de vele goals van Jimmy Floyd Hasselbaink en de harde duels die Robert Molenaar uitvocht, de stopper van FC Volendam die werd omgedoopt tot The Terminator.
"Het is een beetje het clichébeeld dat je hier in Engeland vooral fysiek sterker wordt", vindt Struijk. "Als ik naar mezelf kijk, vind ik dat wel meevallen. Ik ben niet bang in de duels, ben sterk in de lucht. Maar ik ben vooral een speler die graag de bal wil hebben."
Belangrijk is in elk geval dat Struijk zich al heeft kunnen onderscheiden. Zijn voetballende capaciteiten maken hem op meerdere plekken inzetbaar dan alleen links centraal achterin, zoals Bielsa dat graag ziet. Zo speelde hij twee keer de volle negentig minuten als verdedigende middenvelder.
De Premier League zal weten dat Leeds terug is. En Leeds weet nu wie Pascal Struijk is. "Ik zie hier zeker wel kansen voor mezelf."