Slachtverbod voor acht slachterijen in aanloop naar Offerfeest
Twee slachtbedrijven spannen een kort geding aan tegen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) om alsnog toestemming te krijgen om in de aanloop naar het islamitische Offerfeest vee te slachten. Het kort geding dient maandag. Het gaat om het slachthuis Ipekci uit Harderwijk en slagerij Henk Worst uit Nijkerk.
De twee bedrijven kregen, samen met zes andere, een verbod op (halal) slachten opgelegd door de NVWA. Slachthuizen moeten voorafgaand aan het Offerfeest, dat komende vrijdag begint, extra maatregelen nemen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Ze zijn verplicht om van tevoren een plan van aanpak in te dienen.
De NVWA heeft de veiligheidsplannen van de acht slachterijen afgewezen, omdat ze gebreken vertoonden of niet voldeden aan de eisen.
Zonder verdoving
In de aanloop naar het Offerfeest worden in korte tijd veel schapen, geiten en runderen geslacht, met een halssnede en zonder verdoving. Het vlees van deze dieren wordt vaak direct en ongekoeld opgehaald. Maar het vlees van pas geslachte dieren mag dit jaar alleen onder strenge voorwaarden de deur uit. Het slachthuis moet ervoor zorgen dat klanten verspreid hun vlees komen ophalen. Binnen én buiten het slachthuis geldt de anderhalve meter afstand.
Omdat dit jaar door de reisbeperkingen veel moslims thuisblijven is de behoefte aan vlees voor het Offerfeest extra groot, zegt voorzitter Frans Wouters van de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven (VSV). Hij noemt het belangrijk zo veel mogelijk slachtplekken te creëren voor moslims die in Nederland een offer willen brengen.
"Slachterij Henk Worst slacht op doorsnee-vrijdagen zo'n 700 lammeren, dat is toch voor 7000 moslims een oplossing", aldus Wouters bij Omroep Gelderland. "Op zo'n belangrijke dag moet hij niet thuis geven en moskeeën teleurstellen. Als de NVWA vooraf beter had gecommuniceerd over de eisen, hadden we dit kunnen voorkomen."