Stroom opwekken in Europa: groen wint voor het eerst van fossiel
Er is dit jaar tot nu toe meer elektriciteit opgewekt met duurzame middelen dan met fossiele brandstoffen. En dat is voor het eerst, rapporteert klimaat-denktank Ember. De denktank rapporteert elk jaar over de energievoorziening en duurzaamheid daarvan binnen Europa.
De verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening wordt ook onderschreven door de Global Energy Monitor, die voor 2020 een recordaantal sluitingen van kolencentrales voorziet.
Dit jaar hebben wind, zon, water en biomassa samen 40 procent van de stroom in de Europese Unie opgewekt, terwijl 34 procent afkomstig is van fossiele brandstoffen. Een aanzienlijk deel van de overige elektriciteit komt uit kerncentrales.
Het aandeel duurzame stroom groeide met 11 procent, terwijl het aandeel fossiel opgewekte elektriciteit daalde met 18 procent. Het verschil van 7 procent is het gevolg van de lagere energievraag als gevolg van de coronacrisis, aldus denktank Ember. Er werd een derde minder kolen gestookt en 6 procent minder gas, waardoor de uitstoot van koolstofdioxide voor elektriciteitsopwekking in de EU met bijna een kwart daalde.
Wel zijn er nog grote verschillen tussen EU-landen, constateert Ember. Sommige landen gaan heel snel van kolengestookte centrales af. Landen als Spanje, Griekenland en Oostenrijk halveerden hun kolengebruik. Portugal verstookte zelfs 95 procent minder kolen en gaat volgend jaar ook de laatste twee kolengestookte centrales sluiten.
Maar andere landen, met name in Midden- en Oost-Europa, zijn nog niet zo ver. Polen verstookt op dit moment zelfs meer kolen dan Duitsland om stroom op te wekken, terwijl het land maar half zoveel inwoners telt.
Denemarken, Ierland en Duitsland trekken de kar waar het aankomt op wind- en zonne-energie. Dankzij enorme windmolenparken produceert Denemarken bijna twee derde van zijn elektriciteitsbehoefte op een duurzame manier.
Nederland zit in de onderste helft van het lijstje met 27 EU-lidstaten. Het aandeel elektriciteit uit wind en zon steeg hier in 2020 van ongeveer 11 naar 14 procent.
Een gebrek aan flexibiliteit van het netwerk remt de verduurzaming van het Europese elektriciteitsverbruik af. Een voorbeeld: als er veel aanbod is, omdat zon en wind volop energie leveren, maar weinig vraag ontstaan soms negatieve prijzen, waarbij leveranciers moeten betalen om stroom te leveren. Ook Nederland kreeg daar dit jaar voor het eerst mee te maken. Potentiële investeerders in duurzame energieopwekking kunnen hierdoor worden ontmoedigd.
Verder loopt ook de aanleg van nieuwe wind- en zonneparken enige vertraging op als gevolg van de coronacrisis.