Duitse onderzoeker wijst op koelsysteem slachthuis Tönnies, maar vragen blijven
Het systeem dat de lucht koelt bij de Duitse vleesverwerker Tönnies heeft mogelijk een rol gespeeld bij de verspreiding van het coronavirus. Dat zegt hygiëne- en infectiebestrijdingsdeskundige Martin Exner, die in opdracht van de autoriteiten in Gütersloh onderzoek heeft gedaan. Volgens Exner, schrijven Duitse media, is het risico tot dusver over het hoofd gezien.
Vanwege de hygiëne wordt de ruimte waar de medewerkers de varkens slachten gekoeld naar 6 tot 10 graden. Ook wordt de lucht dagelijks 'gedroogd' om bacteriën zoals salmonella te voorkomen. Na koeling wordt dezelfde lucht weer de ruimte in geblazen zonder dat er frisse lucht bij komt, zei Exner op een persconferentie.
Als een besmette medewerker fijne druppeltjes uitscheidt met daarin virusdeeltjes, kunnen die zich volgens de Duitser door de hele ruimte verspreiden. "Dat was tot nu toe niet bekend", aldus Exner. Daarbij helpt ook niet dat volgens hem virusdeeltjes langer intact blijven in koude ruimtes. Verder doen de medewerkers in de slachterij zwaar werk, waardoor het dragen van een mondkapje bijna niet te doen is. Maskers waardoor geademd kan worden, kunnen volgens Exner een oplossing zijn.
Over de rol die kleine druppeltje, aerosolen, spelen bij de verspreiding van het coronavirus is nog veel onduidelijk. Dat er virus in de druppeltjes kan zitten, daarover zijn wetenschappers het wel eens. Maar dat die virusdeeltjes in voldoende mate aanwezig zijn om ziek van te worden, is daarmee niet gezegd.
Het Outbreak Management Team (OMT) kwam afgelopen maandag weer bijeen. In het advies dat daarna is vrijgegeven staat: "Buiten aerosolvormende handelingen in de zorg lijkt aerogene verspreiding geen relevante rol te spelen in de verspreiding van het virus". Het RIVM heeft al adviezen opgesteld voor ventilatie in verschillende situaties, maar die zijn nog niet vrijgegeven. Dat gebeurt wel binnenkort, staat in het recentste advies.
Voss niet overtuigd
Gisteren zei hoogleraar infectiepreventie Andreas Voss in het radioprogramma Dit is de Dag dat er bij hem sprake is van "voortschrijdend inzicht" als het gaat om aerosolen. In een toelichting vandaag aan de NOS zegt Voss, die ook lid is van het OMT maar benadrukt te hebben gesproken als individueel microbioloog, dat hij bedoelde dat er meer situaties zijn waarbij de kleinste druppeltjes mogelijk kunnen leiden tot besmetting.
Dat het luchtkoelsysteem bij de Duitse slachterij een belangrijke rol zou hebben gespeeld bij de verspreiding van het virus, daarvan is Voss niet overtuigd. "Het is een leuke theorie, maar ik zou graag zien dat ze luchtmetingen hebben gedaan, dat ze levend virus uit de lucht hebben gehaald. Want hoe houd je al die risicofactoren uit elkaar?"
Vergelijking
Voss wijst erop dat medewerkers van slachthuizen soms met "20 man in tweekamerappartementen" wonen, dat ze tijdens pauzes "schouder aan schouder" staan en in busjes "bijna worden vervracht in plaats van vervoerd". De hoogleraar zou graag een vergelijking zien tussen buitenlandse medewerkers van slachthuizen die vaak dicht bij elkaar verblijven en medewerkers die bijvoorbeeld wel een eigen huis hebben en eigen vervoer.
Voss blijft er dan ook bij dat voldoende afstand houden vooral nodig is. De formulering in het OMT-advies dat aerogene verspreiding buiten de zorg geen relevante rol lijkt te spelen, onderschrijft hij dan ook in principe. "Al zou ik het misschien geformuleerd hebben als 'geen overheersende rol'."
Ook in Nederland zijn er relatief veel besmettingen bij slachthuizen. Omwonenden en organisaties willen vrijdag protesteren bij de Vion-slachterij in Boxtel, schrijft Omroep Brabant. Een actiegroep wil dat het bedrijf voorlopig dichtgaat.