'ING en ABP moeten stoppen met investeren in bedrijf van Russische milieuramp'
ING en pensioenfonds ABP moeten stoppen met het investeren in Norilsk Nickel, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de milieuramp in Rusland een paar weken geleden. Dat vindt de Eerlijke Bank- en Pensioenwijzer, een samenwerkingsverband van onder meer Amnesty International, Oxfam Novib en Milieudefensie.
Het bedrijf is verantwoordelijk voor de milieuramp in het Russische poolgebied van een paar weken geleden. Daarbij lekte 21.000 ton diesel weg, waardoor een gebied van 350 vierkante kilometer vervuild raakte.
Fragiele natuur
"Het is onvoorstelbaar dat ING en ABP keer op keer in Norilsk Nickel investeren", zegt Peter Ras van de Eerlijke Bank- en Pensioenwijzer. "Dit bedrijf brengt de fragiele natuur in het poolgebied enorme schade toe. Oefen druk uit op Norilsk voor herstel van de schade aan het milieu. En stop met nieuwe investeringen in mijnbouw- en olie- en gasbedrijven die boren in het poolgebied."
De investeringen van zo'n 950 miljoen euro zijn van voor de milieuramp. Maar volgens de Eerlijke Bank- en Pensioenwijzer was Norilsk Nickel al omstreden. En investeren daarom het Noorse staatspensioenfonds en de Nederlandse vermogensbelegger Actiam al langer niet in het bedrijf.
'Belangrijke grondstoffen'
ING zegt in een reactie ook bezorgd te zijn over het diesellek. "We hebben meermaals contact gehad met Norilsk Nickel over de oorzaak en de maatregelen die het bedrijf neemt. We zien dat het bedrijf de situatie zeer serieus neemt en er alles aan doet om het gebied schoon te krijgen. Wij financieren mijnbouwbedrijven omdat deze belangrijke grondstoffen leveren. Nikkel is bijvoorbeeld essentieel voor de productie van batterijen voor elektrische auto's. ING financiert geen olie- en gasprojecten in het noordpoolgebied."
ABP zegt als langetermijnbelegger invloed uit te willen oefenen op het bedrijf "zodat het milieuschade herstelt en maatregelen neemt om toekomstige ongelukken te voorkomen". "Wij voeren al langere tijd gesprekken met dit bedrijf over onder andere klimaat en mensenrechten. Onze gesprekken zijn geïntensiveerd na dit incident. Uit ons duurzaamheidsbeleid volgt dat als de dialoog met een bedrijf niet leidt tot de gewenste resultaten, we altijd kunnen overwegen onze belegging te verkopen."