Ledlampjes en virtuele duels garanderen leeg Bislett speciale atletiekavond
Bijna een jaar geleden laafde Dafne Schippers zich aan de Noorse avondzon. Na een door blessures mislukt voorseizoen voelde haar zege op de 200 meter bij de Bislett Games in Oslo als een opluchting.
Achteraf zou deze zege het hoogtepunt blijken in een mislukt seizoen, maar op die avond keek Schippers met vertrouwen naar de toekomst. "Het is heel cool om hier te lopen", verklaarde ze na afloop, "vanwege het fantastische publiek".
Dit jaar reist Schippers niet af naar Oslo. Ook het publiek blijft weg uit het statige stadion. Sinds de coronapandemie de wereld in zijn greep heeft genomen, heeft de internationale atletiekfederatie World Athletics alle Diamond League-meetings tot juli geschrapt.
Toch wordt er donderdagavond gelopen, gesprongen en gestreden in Bislett, tijdens wedstrijden die voor de gelegenheid zijn omgedoopt tot The Impossible Games.
Duplantis maakt een omweg
Zo reisde Armand Duplantis, de Zweedse wereldrecordhouder in het polsstokhoogspringen, via een aantal omwegen van de Verenigde Staten via Zweden naar Noorwegen. Zonder polsstok, want die mocht vanwege de coronavoorschriften niet mee.
Gelukkig had Duplantis nog een paar polsstokken in een opslag in Frankrijk en kreeg hij een koerier zover om die naar Oslo te brengen.
Zo ingewikkeld was het niet voor Bram Som. De voormalig topatleet is donderdag een van de weinige aanwezigen in het Bislett-stadion. Niet op de tartanbaan, maar hoog op de tribune. "De reis viel reuze mee, met de auto door Denemarken en Zweden. Af en toe werd ons wel gevraagd wat we gingen doen, maar dan lieten we keurig onze papieren zien. We hebben natuurlijk een werkopdracht."
Die werkopdracht bestaat uit het bedienen van een ingenieus systeem met groene ledlampjes aan de binnenkant van de baan. "Als het startschot klinkt, dan gaat ook bij ons de knop naar beneden. Vervolgens gaat het groene lichtspoor met de atleet mee en zo weet hij hoe hard hij moet lopen. Een virtuele haas, ja."
Op die manier hoopt Karsten Warholm, wereldkampioen op de 400 meter horden, een wereldrecord te lopen op de incourante 300 meter. En Filip Ingebrigtsen richt zich op een toptijd op de eveneens incourante 1.000 meter. "Vooraf bespreken we met de atleet op welke tijd hij wil uitkomen en hoe hij daar wil komen", vertelt Som. "Het kan zijn dat hij in het begin een hoog tempo wil, daarna het tempo wil consolideren om over te houden voor de eindsprint. Dat voeren wij in en daarna hoef je alleen de lijn (het lichtspoor, red.) maar te volgen."
De wavelight, die vorig jaar al gebruikt werd bij de FBK Games in Hengelo, heeft niet alleen waarde voor de atleten. Ook het publiek krijgt veel beter mee wat er gebeurt. "We hebben publiek nodig", legt Som uit. "De echte freaks, die alle rondetijden meeschrijven, komen toch wel. Maar wij willen ook graag een nieuwe generatie enthousiast maken. En die generatie is ook met zijn mobieltje bezig. Met de groene lijn weet je elk moment hoe de atleet zich verhoudt tot de tijd die hij of zij als doel heeft."
Donderdag zijn er echter geen toeschouwers, alleen televisiekijkers. Zij zullen zien hoe Duplantis het opneemt tegen Renaud Lavillenie. De Fransman heeft zijn sprongen echter al gedaan, thuis in zijn Franse achtertuin. Wat zijn beste prestatie was, weten we morgen.
"Lavillenie heeft al drie missprongen gehad, maar op welke hoogte weet bijna niemand", aldus Som. "Ik denk dat Lavillenie, met een biertje op de bank, via een livestream zal meekijken of hij gaat winnen."
Ook de smakelijke 2.000 meter tussen de drie broers Ingebrigtsen (Jakob, Filip en Henrik) en een team van de Keniaanse wereldkampioen Timothy Cheruiyot is virtueel.
Het team van Cheruiyot heeft al gelopen in Kenia, de Noren hopen hun prestatie te overtreffen. Met hulp van de groene lampjes.
Prijst Som zichzelf uit de markt?
Niet zo lang geleden verdiende Som zelf zijn boterham met hazen. Is hij niet bang dat de wavelight hem nu uit de markt zal prijzen?
"Zeker niet", zegt Som stellig. "Een organisator vertelde mij dat hij per jaar 40.000 euro uitgeeft aan hazen. Maar een deel daarvan verkloot de race door in de eerste ronde al te snel te lopen. Maar atleten blijven graag in het spoor van een ander lopen. Het vak 'hazen' zal niet uitsterven, maar de slechte hazen wel."