Kabinet wil 10.000 woonplekken voor daklozen
Het kabinet wil op termijn zoveel mogelijk af van de maatschappelijke opvang van dak-en thuislozen. In plaats daarvan moeten mensen een eigen woning of woonplek krijgen. Om dat te bereiken worden er de komende anderhalf jaar 10.000 extra woonplekken met begeleiding voor daklozen gerealiseerd.
In Nederland hebben zo'n 40.000 mensen geen dak boven hun hoofd. Verwacht wordt dat door de coronacrisis dat aantal nog zal stijgen. Staatssecretaris Blokhuis van VWS vindt dat aantal daklozen "onacceptabel voor een van de rijkste landen ter wereld".
Maatschappelijke organisaties als het Leger des Heils vangen dak- en thuislozen nu vaak op in grote slaapzalen. Volgens Blokhuis zit het systeem vast en is er een omslag nodig. Een plek om te wonen, inclusief begeleiding, moet het uitgangspunt worden. Dat hoeft niet altijd een volledige woning te zijn; soms is een kamer voldoende.
Containerwoningen
De 10.000 extra woonplekken gaan gebouwd worden door woningcorporaties en private ondernemers. Voor een deel gaat het om nieuwe woningen, maar ook worden leegstaande verzorgingshuizen omgebouwd. Verder komen er tijdelijke containerwoningen en prefab-huizen. Volgens Blokhuis gaat het niet ten koste van woningzoekenden die op de wachtlijst staan.
Bekend was al dat het kabinet 200 miljoen euro uittrekt voor begeleiding van ex-daklozen, bijvoorbeeld bij het opbouwen van een dagritme of het innemen van medicijnen.
De gemeenten gaan de nieuwe woonruimte verdelen. Blokhuis verwacht dat die zich in eerste instantie zullen richten op dak- en thuislozen die weinig of geen begeleiding nodig hebben om zelfstandig te wonen. De zwaardere gevallen blijven dan nog wel aangewezen op de maatschappelijke opvang.
Niet meer slapen op straat
"Maar daar komt dan wel meer plek. Ze hoeven dan geen mensen meer te weigeren", zegt Blokhuis. "Er slapen in Nederland mensen op straat. Dat moet eigenlijk niet kunnen in een welvarend land."
Uiteindelijk moeten ook die mensen woonruimte krijgen, vindt de staatssecretaris. Een verblijf in de maatschappelijke opvang mag nooit langer duren dan drie maanden. "De toekomst is: het afbouwen van de opvang en iedereen een eigen woonplek, al dan niet met begeleiding."