Bundesliga in lege stadions: thuisvoordeel weg, maar voetbal blijft hetzelfde
Zonder fans geen voetbal. Toch worden de grote competities in lege stadions hervat, vooral om honderden miljoenen aan televisiegelden veilig te stellen. Maar waar zitten we eigenlijk naar te kijken? Het lijkt ineens een heel ander soort spelletje geworden.
Statistiekenbureau Opta Sports wierp zijn licht op de Bundesliga, waarin inmiddels 22 duels zonder noemenswaardige incidenten zijn gespeeld. En dat levert een geruststellende conclusie op voor de liefhebber.
Kijken we naar doelpunten, overtredingen, schoten en buitenspel, dan zijn de cijfers vrijwel exact gelijk gebleven. Alleen de zuivere speeltijd is iets toegenomen, met ruim anderhalve minuut per wedstrijd gemiddeld.
En met de vorm van de ploegen valt het ondanks de coronastop van ruim twee maanden ook wel mee. Bayern stevent onverstoord op zijn dertigste landstitel af. Zelfs Hertha BSC, dat na een besmettingsgeval met het hele team in quarantaine moest, won zijn eerste twee duels met ruime cijfers.
Voor lege tribunes wint vooralsnog slechts in 13,6 procent van de gevallen de thuisclub. Dat was liefst 43,3 procent toen er nog wel supporters werden toegelaten.
Bij Borussia Dortmund-Bayern München werden dinsdagavond tot grote tevredenheid van de meeste kijkers de vertrouwde stadiongeluiden aan de wedstrijdbeelden toegevoegd. Bijna alles lijkt dus weer zoals het was.
Bijna alles. In de lege stadions lijkt het thuisvoordeel volledig verdwenen. Slechts drie clubs wonnen op eigen veld, waaronder niet geheel verrassend de grootmachten Bayern en Dortmund.
