NOS NieuwsAangepast

Minister Bijleveld slaat zich ook door vierde debat over Hawija

Minister Bijleveld begrijpt dat de Tweede Kamer "gevoelens van ergernis en onbegrip" heeft over de communicatie over het bombardement op Hawija. "U en ik zitten in hetzelfde schuitje", zei de Defensie-minister in het vierde debat over de kwestie-Hawija.

Bijleveld stelde dat zij het ook "moet doen" met de gegevens die er zijn. "Ik heb steeds de informatie gegeven, ook als die later gecorrigeerd werd. Ik geef u antwoorden, ook als het mij niet uitkomt."

In de Iraakse stad Hawija kwamen in 2015 naar schatting zeventig burgers om bij een Nederlandse luchtaanval op een bommenfabriek van IS. Dat kwam vorig jaar aan het licht na onderzoek van NOS en NRC.

'Nevenschade'

De Tweede Kamer vindt dat Bijleveld de afgelopen maanden onvoldoende haar best heeft gedaan om informatie boven tafel te krijgen als de Kamer daarom vroeg. Ze had meer moeten aandringen bij de VS, dat de leiding had in Irak, vindt een aantal partijen. De minister reageerde dat ze het ook "een vreemde gang van zaken" vindt dat zij informatie niet heeft gekregen van de Amerikanen en journalisten wel.

Die nieuwe informatie, onder meer over de inlichtingen die hebben geleid tot uiteindelijk goedkeuring van het bombardement, kwam recent naar boven nadat NOS en NRC documenten in de VS hadden opgevraagd. Daarin staat onder meer dat er al rekening werd gehouden met "nevenschade", ook al bleek uit berekeningen dat er geen burgerdoden zouden vallen.

Motie van wantrouwen

Aan het eind van het debat diende Karabulut van de SP een motie van wantrouwen in tegen de minister, omdat ze "niet open en eerlijk" is geweest. Die motie werd gesteund door de oppositiepartijen PVV, PvdA, 50Plus, GroenLinks, Denk, Partij voor de Dieren en de groep Krol/Van Kooten-Arissen, maar haalde het niet.

Coalitiepartij D66 was bij monde van Kamerlid Belhaj in het debat ook kritisch op de CDA-minister, maar ondertekende de motie niet. Belhaj vroeg wel om een onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar het bombardement. "Conclusies kan ik pas trekken als ik alles weet." Overigens mag de OVV geen onderzoek doen naar een optreden van de krijgsmacht.

Bijleveld benadrukte dat Nederland niet de afzonderlijke inlichtingen van Amerikanen inziet, "maar alleen de uitkomst van die inlichtingen". Die uitkomst was dat er geen risico was op burgerdoden bij het bombardement op Hawija, zei de minister. "Er zouden, met maatregelen zoals specifieke munitie en 's nachts vliegen, geen burgerslachtoffers vallen."

"Tragischerwijs" lag er meer explosief materiaal in het IS-bommenfabriek, zei Bijleveld. Met de kennis van nu was het doel afgekeurd, maar op dat moment is het goedkeuren goed gegaan, benadrukte ze.

Tegen het eind van het debat kwam Kamerlid Van Kooten-Arissen, die sinds kort met Krol een groep vormt, nog terug op de informatievoorziening. Ze wees erop dat een Nederlands defensierapport eerder naar de Kamer had kunnen worden gestuurd. "Maar het werd pas na een Wob-verzoek vrijgegeven." Na wat geharrewar gaf Bijleveld uiteindelijk toe dat het eerder openbaar had kunnen worden gemaakt.

Tijdens de missie in Irak van 2014 tot en met 2018 is Defensie "terughoudend" geweest met de informatie aan de Kamer. "In de toekomst gaan we dat anders doen", beloofde Bijleveld. Ze wil ook afspraken met bondgenoten maken over het delen van informatie bij toekomstige missies.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl