Onderwijsinspectie: onderwijs op afstand vergroot achterstanden
Leerlingen met leerachterstanden of een moeilijke thuissituatie raken door het onderwijs op afstand verder achterop ten opzichte van de rest. Dat concludeert de Inspectie van het Onderwijs na een enquête onder de besturen van 865 scholen. De enquête werd half april gehouden.
Om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen, hebben leerlingen sinds half maart thuis les gekregen, bijvoorbeeld door digitale lessen van de leraar op afstand of door onderwijs door de ouders. Volgens de inspectie lukte het de scholen om een groot deel van zijn leerlingen en studenten te bereiken. Maar juist bij "een substantiële groep leerlingen komt het afstandsonderwijs helemaal niet tot stand".
Het gaat hierbij om leerlingen met een slechte thuissituatie. "De vrees is dat de achterstand van deze leerlingen, die vaak al relatief groot was, verder toeneemt."
Verlies aan leertijd
Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer waarschuwde in maart al dat deze kwetsbare groep kinderen een achterstand kon oplopen. Dat kan liggen aan de onveilige thuissituatie of aan praktische beperkingen zoals het ontbreken van een laptop. Sommige gezinnen hebben daar simpelweg geen geld voor.
De onderwijsinspectie signaleert ook andere beperkingen van het afstandsonderwijs. Zo besteden leerlingen en studenten minder tijd aan leren dan gebruikelijk. Dit 'verlies aan leertijd' geldt vooral voor jonge basisschoolleerlingen en het beroepsonderwijs.