Ministerie: verwijt activisten over 'oogkleppen' bij 5G onterecht
De wetenschap is het wel degelijk eens over de veiligheid van 5G, dus de Nederlandse staat hoeft de invoering ervan niet stil te leggen. Dat betoogde advocaat Kingma van het ministerie van Economische Zaken vanmiddag in de rechtszaal. Hij verweerde zich in een kort geding dat is aangespannen door de stichting Stop5GNL.
De stichting, naar eigen zeggen "een groep mensen die de uitrol van 5G een risicovol idee vinden", is naar de rechter gestapt uit vrees voor de volksgezondheid. Volgens de stichting is het besluit om het snelle netwerk te realiseren genomen zonder relevant onderzoek naar mogelijke gezondheidsschade.
"De staat heeft oogkleppen op", zei advocaat Beukers, die de stichting bijstaat. Hij wees erop dat er onderzoeken zijn gedaan die wijzen op een verband tussen elektromagnetische straling en bijvoorbeeld kanker en neurologische aandoeningen. Bovendien loopt er nog een onderzoek van de Gezondheidsraad naar de risico's van straling.
Het uitrollen van 5G is volgens hem dan ook een onethisch experiment en een gok. "En met de volksgezondheid gok je niet."
Bekijk wat de verschillende partijen over de schadelijkheid van 5G zeggen:
Het ministerie sprak in de rechtszaal tegen dat de staat onaanvaardbare risico's neemt met de invoering van 5G. Advocaat Kingma stelde dat er wel degelijk uitgebreid onderzoek is gedaan naar mogelijke gezondheidsschade. "En die schade is niet aangetoond."
Verder ontkende Kingma de bewering van Stop5GNL dat de staat onderzoeken negeert die duiden op gezondheidsschade. "Dat is niet zo. Die onderzoeken zijn gewogen en vervolgens te licht bevonden."
'Eenzijdige selectie'
De tegenstanders van 5G willen gezaghebbende adviezen van onder meer het RIVM, de Gezondheidsraad en de Wereldgezondheidsorganisatie aan de kant schuiven, zei Kingma, ten faveure van "een eenzijdige selectie van een handvol publicaties".
De komende drie weken gaan de rechters zich buigen over de eis van de stichting om de uitrol van 5G stop te zetten. Op maandag 25 mei is de uitspraak in het kort geding.