RIVM-experts: 'We zijn voorbij de eerste hobbel, nu naar rustiger vaarwater'
Is de tijd rijp voor een versoepeling van de coronamaatregelen? Dinsdag neemt het kabinet daarover een besluit. Maar net als premier Rutte eerder deed, temperen de belangrijkste mensen bij het RIVM de verwachtingen. "Het is passen en meten", zeggen hoofd infectieziektebestrijding Jaap van Dissel en Jacco Wallinga, verantwoordelijk voor de rekenmodellen.
De afgelopen weken nam het aantal coronapatiënten op de intensive cares geleidelijk af. Een nieuwe fase is aangebroken. Morgen overleggen Wallinga en Van Dissel in het Outbreak Management Team (OMT) met andere experts over wat ze het kabinet gaan adviseren.
De NOS sprak hen over de risico's van het versoepelen en hun hoop op de wetenschap. "Plotseling is iets er, en dan kan dat een geweldige impact hebben."
Jullie houden niet van het woord exitstrategie. Waarom niet?
Wallinga: "Het suggereert dat er een uitweg is, en dat je daar naartoe gaat. Dat is nu niet aan de orde. We zijn net voorbij de eerste hobbel. Die hebben we gehaald. Dat is heel mooi. Vervolgens moeten we proberen een beetje in rustiger vaarwater te komen."
De R0, het getal dat zegt hoeveel personen besmet worden door één coronapatiënt, zit nu vlak onder de 1. Daardoor dooft het virus langzaam uit. Komt dat na een versoepeling niet weer boven de 1, waardoor het virus weer opleeft?
Wallinga: "Dat hangt ervan af hoe hoe je dat doet. We moeten de druk op ziekenhuizen verder laten afnemen. Dan kunnen we langzaam zoeken naar maatregelen waardoor de epidemie nog steeds beheersbaar blijft. En dat is passen en meten. Als we nu al scholen, cafés en restaurants laten opengaan, kan ik me voorstellen dat het weer boven de 1 komt."
Van Dissel: "Versoepelingen zullen zeker effect hebben op de R0. Maar we hebben inmiddels het nodige geleerd. Een van die dingen is dat de jeugdige groep eigenlijk niet ziek wordt in de zin van dat het resulteert in een ziekenhuisopname, laat staan een IC-opname."
Met andere woorden: een stijging van de R0 is acceptabel, als versoepeling maar niet leidt tot meer ziekenhuisopnames?
Van Dissel: "Dat is één doel. Maar we hebben ook het doel gedefinieerd dat zo min mogelijk kwetsbare patiënten geïnfecteerd worden als gevolg van het virus."
Dus zou je maatregelen die vooral jonge mensen raken kunnen versoepelen en andere, om kwetsbaren te beschermen, juist moeten opvoeren?
Van Dissel: "Even los van wat het OMT maandag aan het kabinet gaat adviseren, want daar wil ik echt niet op vooruitlopen, is het logisch dat je op zo'n manier kijkt naar het draaien aan de knoppen. Dat klopt."
Wallinga: "Dat is de bandbreedte die we hebben. Zo heel veel te kiezen heb je ook niet."
Ook al gaat het goed met het aantal ziekenhuisopnames, de verpleeghuizen blijven een punt van zorg voor het RIVM. Volgens Van Dissel is goed mogelijk dat het virus zich in de verpleeghuizen nog snel verspreidt, omdat de verpleeghuizen blijkbaar "een apart compartiment" binnen Nederland zijn.
Wat kun je nog meer doen om bewoners van verpleeghuizen te beschermen?
Van Dissel: "Je kunt kijken of je kan voorkomen dat er nieuwe besmettingen van buitenaf plaatsvinden, bijvoorbeeld door personeel, schoonmakers, voedingsmiddelenleveranciers. En je moet kijken naar de verspreiding binnen een verpleeghuis. Afhankelijk van de setting in een verpleeghuis en hoe goed je daar hygiënemaatregelen kan doorvoeren, is dat iets waar we nog meer aan kunnen doen."
Als er over een jaar nog geen vaccin of medicijn is, hoe groot is dan de kans dat we bijvoorbeeld weer in een stadion kunnen zitten?
Wallinga: "Dat antwoord kan ik echt niet geven. We denken nu na over welke eisen we kunnen stellen aan maatregelen, en nog niet precies aan maatregelen zelf."
Van Dissel: "Maar wetenschap en innovatie staan natuurlijk niet stil. Op een moment dat je op een slimmere manier kunt vaststellen of iemand besmet is of niet, dan heeft dat natuurlijk wel effect op wat je met de overige maatregelen doet. Heel theoretisch gaat het erom dat je binnen een minuut van iedereen in een gebied weet wie geïnfecteerd is. Nu is dat nog volstrekt een droom."
Nieuwsuur keek alvast naar hoe de anderhalvemetersamenleving eruit gaat zien, check het in de video:
Als een app je vertelt of iemand in jouw buurt het virus heeft, zodat je die kunt mijden, dan kan dat de doorbraak zijn waardoor andere maatregelen overbodig worden?
Van Dissel: "Innovatie, beschikbaar komen van behandelingen, dat is altijd een beetje in een kristallen bol kijken. Plotseling is iets er, en dan kan dat een geweldige impact hebben. In de hiv-behandeling is dat gekomen in de vorm van protease-remmers. Die waren letterlijk plotseling beschikbaar. Maar of en wanneer dat gebeurt voor het coronavirus, dat zullen we moeten afwachten."
De andere oplossing die wordt genoemd is groepsimmuniteit. Daarover zei u in Nieuwsuur: 'We willen het virus laten rondgaan onder mensen die er eigenlijk weinig last van hebben'.
Van Dissel: "Dat 'willen' moet u dan schrappen. Dat is dan niet juist, als dat inderdaad een citaat is. Groepsimmuniteit is geen doel op zich, maar het gevolg van het feit dat het virus rondwaart. Zoals bondskanselier Merkel zei: dat is een feit waar we mee te dealen hebben. Omdat het bijna niet mogelijk is in onze maatschappij om een R0 naar 0 te krijgen.
Zo'n 3 procent van de Nederlanders blijkt nu antistoffen te hebben. Als dat straks 20 procent is en die mensen blijken ook immuun te zijn, belemmert dat het virus ook al?
Van Dissel: "Zeker. Dat zal altijd een soort onzichtbare muur vormen waarop het virus afketst"
Wallinga: "Elk immuun persoon is weer eentje erbij. Maar voordat we er echt iets aan gaan hebben, moet het richting de 60 procent. Ik kan me voorstellen dat we hopen op een vaccin of een therapie. Maar als dat niet lukt, dan zijn we tegen die tijd behoorlijk op weg richting die 60 procent. Het komt er vanzelf bij, en het kan in je voordeel werken. "