Fosko bij een Raggende Manne-show in maart 2019
NOS Nieuws

Raggende Man Bob Fosko ging voor vuurwerk

  • Petra Steenhoff

    redacteur Online

  • Petra Steenhoff

    redacteur Online

De overleden muzikant en acteur Bob Fosko was het brullende en schreeuwende middelpunt van De Raggende Manne, zijn band die volgens de eigen omschrijving "hectische jazzpunk" maakte. De muziek en zang waren agressief en snel. De grote en kleine onaangenaamheden van het leven werden er tijdens de optredens door Fosko met een niet-ingehouden woede uitgegooid.

De optredens duurden daarom ook nooit langer dan zo'n drie kwartier. Uitputtingsgevaar lag voor zowel de bandleden als het publiek op de loer.

Fosko studeerde af aan de Academie voor Expressie in Utrecht. Hij bracht een aantal solosingles uit en speelde in de Engelstalige band Scratch, waarin ook de latere Raggende Manne-bassist Michael Peet speelde. Maar het Engels lag Fosko niet en hij verliet de band om De Steile Wand op te richten, een Nederlandstalige band in de stijl van De Dijk.

Ook hier was hij niet op zijn plek. Fosko wilde meer vuurwerk en ontbond de band. Toen hij op een dag samen met gitarist Theo Slagter, drummer Anthony Delmonte Lyon en bassist Wally Langdon zat te jammen gingen ze los. Ze waren zelf verbaasd over de herrie die ze wisten te produceren. Fosko liet zich ook tekstueel helemaal gaan. Hij nam geen blad voor de mond en voelde zich daarbij als een vis in het water. De VPRO zond de sessie uit en De Raggende Manne waren geboren.

In 1988 verscheen hun debuutalbum Vijf Sessies en in 1992 won de band de CJP Podiumprijs, wat hun grote doorbraak betekende. In verschillende bezettingen brachten De Raggende Manne zeven albums uit en waren regelmatig te vinden op podia en festivals. Ze hadden nooit een grote hit, maar wel enkele bekende nummers, zoals Poep in je hoofd en Bruine arreme.

Fosko hield zich naast De Raggende Manne bezig met sketches voor de VPRO-televisie, figureerde in reclamespotjes en sprak jingles in voor de radio. Ook bracht hij enkele singles uit onder eigen naam of samen met anderen, zoals de zomerhit Ben d'r helemaal klaar voor in 1992 en de voetbalsingle Zittie Jaja (1996).

Met de gelegenheidsformatie Hakkûhbar had hij in 1996 veel succes met Gabbertje, een parodie op de gabberscene.

Het nummer haalde de eerste plaats in de hitlijsten:

In 1999 stopten De Raggende Manne. Het succes liep terug en ook de drive binnen de groep nam af. "Het publiek was er al jaren klaar mee. De Raggende Manne nu godzijdank ook", schreef de band in een persbericht.

Fosko begon zich meer op televisie te richten. Hij presenteerde De Muziekcentrale, waarin twee muzikanten begeleid door het Metropole Orkest Nederlandstalig repertoire vertolkten en was teamcaptain in de door Bart Peeters gepresenteerde popquiz Toppop Yeah. Ook was hij van 2002 tot 2017 jaarlijks te zien in Het Sinterklaasjournaal als Pietje Precies.

'Dat zouden meer mensen moeten doen'

Daarnaast leende hij zijn stem aan diverse reclames. Het is Fosko die in een bekend spotje voor soep roept: "Vier uur. Cup-a-Soup. Dat zouden meer mensen moeten doen!".

Politiek engagement toonde hij door campagneliederen te schrijven voor de SP en tegen het Europees Parlement. In Hotel Verdonk bond hij de strijd aan met toenmalig minister Rita Verdonk die hij gebrek aan empathie verweet.

In het theater stond hij twee seizoenen samen met Frans van Deursen op de planken met een The official tribute to the Blues Brothers en speelde hij in De Jantjes en My Fair Lady. Ook was hij vaak te vinden op het zomertheaterfestival De Parade waar hij bijvoorbeeld optrad met Corrie van Binsbergen in Corrie en de grote Brokken en Nog meer rottigheid met Pierre van Duijl en Maarten van Roozendaal. Dat programma werd in 2006 bekroond met De Mus, de prijs voor het beste optreden tijdens De Parade.

'De Fosko'

Fosko organiseerde maandelijks Hard Rock Karaoke-avonden in Amsterdam en nam in slechts vijf dagen met een aantal Nederlandse popmuzikanten de cd Omgekomen in Overschot op. Met daarop 14 nummers in een niet-te-plaatsen genre muziek dat al snel "de Fosko" werd genoemd.

De artiestennaam Fosko was trouwens geïnspireerd op de pseudoniemen die Wim T. Schippers verzon voor de acteurs in zijn televisieprogramma's. Die hadden namen die verwezen naar chocolademerken, zoals Bensdorp en Van Houten. Fosko verwees naar het chocoladedrankje Fosco, van voor de Tweede Wereldoorlog.

Alles kleeft

In 2013 kwamen De Raggende Manne weer bij elkaar om te gaan toeren in de oorspronkelijke samenstelling. Ook kwam er nieuw materiaal. Het is niet wat je denkt, het is veel erger werd in 2014 uitgebracht en in 2019 Alles Kleeft. Hier zat ook een tournee aan vast, waar Fosko zich enorm op had verheugd. Maar een paar maanden voor aanvang werd bij hem slokdarmkanker geconstateerd.

Toch wilde Fosko per se doorgaan met de tour. "De nieuwe plaat is te gek geworden en ik heb nog veel energie", zei hij. De artsen van de zanger zorgden ervoor dat zijn chemo's niet vlak voor een optreden vielen, zodat hij zijn behandeling kon combineren met de tournee. Ook werden enkele gastzangers ingevlogen om hem bij te staan tijdens de optredens.

Bang voor de dood was hij niet, vertelde de toen 63-jarige zanger in een interview in Met het oog op morgen op NPO Radio 1. "Er is wel het verdriet dat ik afscheid moet nemen van mijn geliefden. Wanneer het gaat gebeuren, weet ik ook niet zo goed. Maar ik heb mezelf beloofd om een inspiratie te zijn voor de mensen om me heen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl