BMX'er Van Gendt na tweede operatie: 'Spelen halen wordt niet onmogelijk'

BMX'er Twan van Gendt is donderdag voor de tweede keer geopereerd aan de handblessure, die hij in januari in Australië opliep tijdens de voorbereiding op de eerste wereldbekerwedstrijden van het seizoen.

Destijds schoot tijdens de laatste krachttraining een botje in zijn hand uit de kom toen hij bezig was met een gewicht van 150 kilo. Daarbij scheurden drie banden af. De 27-jarige Van Gendt ging in Australië direct onder het mes en kreeg drie pinnen van vijf centimeter per stuk in zijn hand gezet.

Die moesten eigenlijk acht tot twaalf weken blijven zitten, maar zijn vandaag in een privékliniek in Amsterdam al verwijderd. "Nu zit ik opnieuw twee weken in een brace en kan ik niets bewegen. Zo kom ik toch aan de acht weken rust. We hebben het herstel versneld", vertelt Van Gendt, net aangekomen in zijn woonplaats Kerkdriel.

"De operatie ging hartstikke goed. Ik ben verdoofd in mijn schouder, dus voel nog niets. Ik kijk naar mijn vingers en probeer die te bewegen, maar dat lukt niet. Ze hangen heel slap. Vannacht of morgenvroeg is de verdoving uitgewerkt, dan voel ik hoe de status is."

Veel geduld

Het doel van de regerend wereldkampioen is om over vier weken weer op zijn BMX te zitten, want begin mei wil hij bij de wereldbekerwedstrijd op Papendal zijn olympische ticket veiligstellen. "Dan móet ik goed zijn", vertelt Van Gendt, die de World Cup in Manchester in april zou kunnen laten schieten.

Vrijdag, na een bezoek aan de handtherapeut, weet Van Gendt meer over hoe zijn herstel richting de wereldbeker op Papendal eruit zal zien. "Ik hoop nu iets meer mobiliteit te hebben. Na mijn operatie in Australië kon ik nog geen bakje kwark openmaken."

"Het is zeker spannend, maar niet onmogelijk. Ik moet veel geduld hebben. Het liefst ga ik zo snel mogelijk volle bak aan de gang, maar ik moet accepteren dat dat nog niet gelijk het geval zal zijn."

Van Gendt stond de NOS in januari via Skype vanuit Australië te woord over zijn eerste operatie: