Vegaburger vaak te zout, wel minder vet dan burger van gehakt
Vegaburgers zijn vaak te zout, maar bevatten gemiddeld minder vet dan een 'gewone' burger. Dat blijkt uit een test van de Consumentenbond, die zestien van dit soort vleesvervangers onderzocht.
In vegaburgers zit gemiddeld 1,4 gram zout per 100 gram, terwijl de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum voorschrijft dat er maximaal 1,1 gram zout in mag zitten. Overigens bevatten vleesburgers gemiddeld net zoveel zout als vegaburgers.
In 2022 mogen vleesvervangers maximaal 1,53 gram per 100 gram bevatten. De Consumentenbond vindt deze eis niet ver genoeg gaan. "Het grootste deel van de burgers in het onderzoek voldoet al ruim aan deze eis. En het is nog steeds fors hoger dan de grens van het Voedingscentrum."
Verzadigd vet
Wel zit er gemiddeld veel minder verzadigd vet in een vegaburger: in een burger van gehakt zit 18 procent vet, waarvan 7,5 procent verzadigd vet. In een vegaburger zit gemiddeld 10 procent vet, waarvan 2,5 procent verzadigd. Dat komt vooral doordat in vegaburgers meestal zonnebloemolie wordt gebruikt. Toch zijn er ook vegaburgers die door het gebruik van kokosolie juist weer meer vet bevatten dan burgers van gehakt.
Wat betreft eiwitten ontlopen vegaburgers en gehaktburgers elkaar niet veel: de burgers bevatten beide gemiddeld ongeveer 17 gram eiwit per 100 gram. Daarnaast is de helft van de geteste burgers verrijkt met ijzer en vitamine B12. "De hoeveelheid blijft achter bij die van vlees, maar is voldoende om hem een volwaardige vleesvervanger te laten heten", aldus de Consumentenbond.
Bekijk deze video die Nieuwsuur vorig jaar maakte over de opmars van de vegaburger: