Archiefbeeld
NOS Nieuws

'Wachten op fout van afzender', de jacht op de persoon achter bombrieven

Begin dit jaar volgden de nieuwsberichten elkaar in rap tempo op: op verschillende plaatsen in het land werden bom- en dreigbrieven afgeleverd. Na 10 januari bleef het stil, tot vandaag. De situatie is plots dreigender geworden, want voor het eerst kwamen twee brieven tot ontploffing. Hoe kan de politie de dader pakken?

We weten nu dat het gaat om een afperser die bitcoins eist. Ook gaat de politie ervan uit dat het om dezelfde dader(s) gaat als in januari, hoewel het uiterlijk van de brieven verschilt.

Verder is er veel nog onduidelijk. Ook omdat de politie niet te veel wil prijsgeven over het onderzoek. "We willen diegene niet wijzer maken dan hij al is", zei de politie eerder al.

Wat we wel weten is dat het uiterlijk van de bombrief die vandaag in Amsterdam ontplofte afwijkt van eerdere enveloppen. Deze werd niet uit naam van het Centraal Invorderings Bureau (CIB) verstuurd, zoals eerder het geval was.

Een gekke adressering, een onbekende afzender, rare postzegels of een verscheurde enveloppe. Een expert legt uit hoe bombrieven werken en waaraan je ze herkent:

Hoe herken je een bombrief tussen alle post op de mat? Een expert legt het uit

De politie wil snel meer details over de envelop bekendmaken. "Want het is natuurlijk heel belangrijk dat mensen zo'n brief kunnen herkennen en dat wij gebeld worden voordat de brief wordt opengemaakt." Vanochtend ontploften brieven met explosieven bij een postsorteercentrum van ABN Amro in Amsterdam en bij een vestiging van het bedrijf Ricoh in Kerkrade. Niemand raakte gewond.

Dat de verzender van de brieven na een maand weer actief is kan verschillende redenen hebben, zegt Jasper van der Kemp, criminoloog aan de Vrije Universiteit. "Misschien heeft hij afgewacht of de politie hem op het spoor is, maar het kan net zo goed met de persoonlijke grillen van de dader te maken hebben. Daar kan je achteraf wat over zeggen."

Als de dader niet in een databank zit, helpt dna je zelfs niet verder.

Jasper van der Kemp, criminoloog aan de Vrije Universiteit

Tot die tijd kan de politie al wel veel invullen op basis van de gegevens die er nu zijn. De bombrieven worden onderzocht op sporen, zoals vingerafdrukken en materiaal waar dna uit kan worden gehaald. Ook wordt gekeken hoe de brief gemaakt is. Wat voor papier is er gebruikt? Waar is de bom van gemaakt, en waar kan je die spullen kopen? Gaat het om standaardmateriaal of om specifieke producten?

De politie zoekt dit soort zaken allemaal uit, zegt Van der Kemp. Maar die speurtocht kost tijd. "Als je naar de forensische kant kijkt, moeten veel aanknopingspunten worden nagegaan. Bijvoorbeeld als je het materiaal onderzoekt dat gebruikt is, dan kan dat heel breed voorradig zijn. Dat maakt het zoekproces ingewikkeld."

Zelfs als er dna van de dader aangetroffen wordt op een explosief, of op de brief, is dat geen garantie voor succes. "Als de dader niet in een databank zit, helpt zelfs dat deel je niet verder."

De bombrief die in Amsterdam afging

Het belangrijkste uitgangspunt in de opsporing zijn de dreigbrieven die de dader verzonden heeft: wat wordt er geschreven en wie wordt er bedreigd? "Je kijkt dan naar de specifieke informatie waar iemand om vraagt, maar ook naar hoe die informatie overgebracht wordt. Je analyseert het taalgebruik met forensische linguïstiek."

Zo kan bijvoorbeeld achterhaald worden wat het opleidingsniveau van de dader is, of uit welke regio van het land de afzender komt. "Uiteindelijk raap je al die onderzoeken bij elkaar en creëer je een beeld van de verdachte."

Met al die informatie is het wachten op een foutje van de afzender. Dat hoeft niet alleen in de bom- of dreigbrief te zitten, benadrukt Van der Kemp. "Dat kan ook gebeuren op basis van wat hij doet. Misschien praat hij wat te veel of krijgt iemand in de omgeving door dat hij wel heel enthousiast is over dit nieuws. Dat kan ook een aanwijzing zijn."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl